In de donkere dagen van kersttijd
is een kind van licht gekomen.
De maan stond helder over de dijk,
de ijzel hing aan de bomen.
Onder de doeken in een krib
daar lag dat lief Jezuskindelijn
En spelearmde en van zijn hoofd
ging af een zuivere lichtschijn.
Maria die was bleek en zwak
op de knieën neergezegen
en zag blij naar het kindeke;
en Jozef lachte verlegen.
En buiten in de bitter kou
en de stille kerstnacht laat,
de heilige driekoningen kwamen van ver
door de diepe sneeuw gewaad.
De heilige driekoningen hoesten en doen
en rood zijn bei hun oren.
Een druppel hangt er aan hun neus
en hun baard is wit bevroren.
De heilige driekoningen in de stal
verwonderd zijn binnen getogen.
Het licht, dat van het kind afging,
schijnt in hun grote ogen.
De heilige driekoningen staren het aan
en weten zich niet te bezinnen
En het kind ligt al te kijken maar
en tuurt in een denkbeginnen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.