
Nu luister hoe Jezus die droeve kerstnacht
Blijdschap en vree in de loopgraaf bracht
Het front lag besneeuwd die heilige nacht
Daar stond een man alleen op wacht
Hij was zo moe hij kon niet meer
Hij zakte tegen zijn hokje neer
Er stond aan de hemel geen enkele ster
Hij schreide zijn kindertjes waren zo ver
Hij was zo droef hij was zo moe
Hij droomde en zijn ogen vielen half toe
Toen sprankelde een vuurpijl boven hem
Dat was de klaarte van Bethlehem
Hij zag de vlakte wit en rein
Zij glansde blank in die wondere schijn
Maar in zijn hoekje koud en wak
Stond nu een kribbe onder ’t schamel dak
En in die kribbe op een handvol stro
Lag het kindeke Jezus het straalde zo
En toen op de sneeuwgrond nat en kil
Knielden drie engeltjes vroom en stil
En plots zag hij in dat stralende licht
Zijn eigen drie kindjes met een engelengezicht
Zijn Lieveke hief haar armpjes op
’t Was nog schooner dan haar schoonste pop
Zijn Goeleke vouwde haar handjes vroom
Keek maar durfde niet spreken van schroom
Doch Rafke bad zijn gebedeke vlug
En vroeg: komt vader ooit nog terug
En ’t kindeke knikte en lachte heel teer
Als wilde het zeggen: ja vader komt weer