Je zult verwonderd zijn als j’ in dit schrijven
Het handschrift van je vroeg’re vrouw herkent
’t Is nu zes jaar na d’uitgesproken scheiding
Je bent natuurlijk aan mijn schrift ontwend
Ik schrijf niet voor mijzelve
Ik doe een plicht als moeder en als mens
Als ‘k je nog eens aan mijn bestaan herinner
Vervul ‘k ons beider kind zijn laatste wens
Zo is ’t gebeurd: hij is uit school gekomen
En klaagde: ‘Ma, ‘k heb hoofdpijn, ‘k ben zo moe!’
‘k Was ongerust, hij was nooit sterk, dat weet je
En ‘k bracht hem daad’lijk naar z’n bedje toe
‘k Heb wekenlang de dood z’n prooi bestreden
En handenwringend voor mijn kind gestaan
‘k Heb meer dan ik verdragen kon geleden
Helaas! Hij is toch van mij heengegaan
Hij kon zo dikwijls droevig zitten peinzen
Wanneer de jongens uit dezelfde klas
Hem zoveel liefs vertelden van hun vaders
Hij vroeg mij dan waar of zijn vader was
‘k Heb jouwentwil dan altijd maar gelogen
Hem zeggen dat jij slecht was vond ik wreed
Ik schaamde mij dan voor mijn eigen jongen
En zei hem dat jij verre reizen deed
Als ik hem van z’n vader moest vertellen
Heb ik, al deed ik dan mijzelf geweld
Om niet te doden ’t kind z’n mooi’ illusies
Jou als een brave vader voorgesteld
Zo hield ie dus z’n mooi’ herinneringen
En op z’n sterfbed vroeg mijn kleine schat
Of ik je in een lange brief wou schrijven
Dat hij je altijd zo heeft liefgehad
Hij zei me nog dat hij voor jou zou bidden
Wanneer hij kwam bij Onze Lieve Heer
Toen heeft ie zacht je naam nog uitgesproken
Toen nog een kus, en ’t kindje was niet meer
Ik stuur je hierbij nog z’n laatste portretje
En nog een lokje van z’n blonde haar
Ik deed m’n plicht en heb ‘k je leed berokkend
’t Was toch ons kind, vergeef het mij dan maar
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.