Ik ken een aardig ventje
Klein Jantje van oom Koos
Zijn mond stond altijd lachend
Niet een zag hem ooit boos
Wanneer wij met hem speelden
Och, och, wat was hij blij
Maar niemand van ons allen
Had zoveel pret als hij
Oom kocht op zijn verjaardag
een stoeltje mooi en klein
daar kon hij dan op zitten
om toch maar groot te zijn.
Maar ziek werd toen klein Jantje
Heel erg dat dokter zei
Geen poeiers, pillen, drankjes
Niets hielp – zo ziek was hij
Klein Jantje is gestorven
En oom is nu alleen
Hij zegt: ‘Het is zo aak’lig
Zo eenzaam, zo alleen.’
In ’t hoekje van de kamer
Verborgen door ’t gordijn
Staat nu klein Jantje’s stoeltje
Waar zou klein Jantje zijn?
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.