Home / Liedjes / Kleine Greetje uit de polder
1353

Kleine Greetje uit de polder

(tekst: Anton Beuving/muziek: Tom Erich/uitvoering: Eddy Christiani en Harmonette)

Ik weet in de polder een huisje te staan,
Verborgen door bloemen en struiken
Een slootje ervoor met een stoepje eraan
En vensters met roodwitte luiken
Daar ga ‘k ieder jaar met vakantie naartoe
Ik voer daar de kippen en melk er de koe
Ik maai en ik zaai er zo’n beetje
En zoen in het klompenhok Greetje

Refrein:
Kleine Greetje uit de polder
Kind van ’t lage land
Blond van haar en blauw van ogen
Geef mij toch je hand
Kleine Greetje uit de polder
Zeg me nu eens gauw
Als het koren rijp is
Word je dan mijn vrouw

Want Greetje heeft mij al haar hartje beloofd
Maar eerst moest de tarwe gemaaid zijn
Toen vroeg ik haar weer maar ze schudde haar hoofd
Nu moest eerst de rogge gezaaid zijn
Toen had ze geen tijd want toen werd er gehooid
Toen moesten de piepers zo nodig gerooid
Een koe werd mama, dus had Greetje
Geen tijd om te trouwen, dat weet je

Ik werd boos, kwaad en nijdig en ging naar haar toe
En zou haar eens duidelijk bevelen
Dat hooien noch rooien noch lot van de koe
mij langer een ziertje kon schelen
Ik kwam bij het slootje met ’t stoepje eraan
En bleef op de brug vol verbijstering staan
Ik mocht er niet binnen, want weet je
Er was mond- en klauwzeer bij Greetje

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten