Versie 1
(met dank aan Thieu Coppen voor het sturen van de tekst)
Als de kok en het keukenmeisje
Vrijen onder hetzelfde dak,
Is dat niet verduveld aardig
Is dat niet een groot gemak?
Krijgt de ene soms een standje,
’t Is de andere dan die troost.
’t Is de kok die het meisje innig
Aan zijn minnend hartje koost.
Beter zullen wij het niet begeren,
Beter zal het nimmer wezen.
O, het is zo’n heerlijkheid,
Vrijen kok en keukenmeid.
Heeft mevrouw soms iets te kijven,
’t Keukenmeisje leent haar oor.
Dan vertelt ze mij haar grieven,
Pak ik haar eens flink daarvoor.
Prijst mijnheer soms de talenten
Van zijn chef de quisinje?
Ja dan delen wij die eerlijk,
Want deze hulde geldt voor twee.
Zo doen wij in alle dingen,
Samen treuren samen zingen.
O, het is zo’n heerlijkheid,
Vrijen kok en keukenmeid.
Zo rolt immer steeds ons leven
Maar of ’t altijd zo zal zijn,
Altijd door maar koek met krenten
Zie je daaraan twijfelt Hein.
Maar mocht het al verkeren,
Onze liefde blijft bestaan.
En als het werkelijk eens moest wezen,
Trek ik met jou naar de maan.
Ja daar zullen wij ons ook wel schikken,
Hebben wij soms niet veel te bikken.
Liefde van kok en keukenmeid,
Duurt tot in de eeuwigheid.
Versie 2
(met dank aan Annemie vd Heuvel voor het sturen van de tekst)
Als de kok en het keukenmeisje
Vrijen onder hetzelfde dak,
Is dat niet geweldig aardig
Is dat niet een groot gemak?
Krijgt de ene soms een standje
’t Is de andere dan die troost,
’t Is de kok die dan zijn liefje
In het donker minnekoost.
Refrein:
Zo doen wij in alle dingen,
Samen treuren samen zingen,
Oh het is zo’n heerlijkheid,
Vrijen als kok en als keukenmeid.
Heeft mevrouw soms iets te kijven,
’t Keukenmeisje leent haar oor,
Dan vertelt ze mij haar grieven,
Pak ik haar eens flink daarvoor.
Prijst mijnheer soms de talenten
Van zijn chef de quisinje,
Ja dan delen wij die eerlijk
Want deze hulde geldt voor twee.
Refrein als boven
Gaat de heer op zomeravond
Met zijn vrouw naar bos of zee,
Dan neem ik mijn lieve Lientje
’s Avonds voor een wandeling mee.
Ik vertel haar dan vol liefde,
Hoeveel ik van haar hou.
En zweer dan bij het maanlicht,
Mijn geliefde eeuwig trouw.
Refrein als boven
Zo rolt immer steeds ons leven,
Maar of ’t altijd zo zal gaan?
Altijd door maar koek met krenten,
Daar zal enige twijfel aan bestaan.
Maar mocht het al verkeren,
Onze liefde blijft bestand.
En als het werkelijk eens moest wezen,
Trek ik met jou naar een ander land.
Refrein:
Ja daar zullen wij ons ook wel schikken,
Hebben wij soms niet veel te bikken,
Liefde van kok en keukenmeid,
Duurt tot in de eeuwigheid.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.