Kuyper die moet strafwerk maken,
O, wat is tie stout geweest.
Niemand had ’t durven denken
Van ’n man met zulk ’n geest.
Hoor ’t razen en ’t schelden
Van wat zich vrijzinnig noemt,
Heel ons volk gaat naar den Hemel,
Kuyper is alleen verdoemd.
’t Is ’n meester in de rechten,
Die de zondaar heeft betrapt.
Niemand is er mee geholpen
Nu die alles heeft verklapt.
Waarvoor kwam die ons vervelen
Met z’n openhartigheid?
Als die meester had gezwegen
Had toch niemand wat gezeid.
Is ’t billijk zoo te tieren,
Iemand zoo terneer te slaan?
Om ’n man zoo zwaar te vloeken
Als door velen wordt gedaan?
Zijn wij allen zonder zonden?
Kleeft er niets aan ons fatsoen?
Hebben wij ons nooit bedrogen,
Als we meenden goed te doen?
Vroeger was ’n ridderorde
Iets van geen betekenis.
Goed voor ouderwetsche menschen
Voor wie geuren alles is.
Niemand wou zoo’n vodje hebben,
Zoo’n armoedig stukje band,
Want de ware ridderorde
Was je hart en je verstand.
Maar nu er zoo’n hondenpenning
Bungelt aan een zeker heer,
Brullen menschen zonder lintje
Dad’lijk om een raad van eer.
Nu is Nederland verloren,
’t Is zijn zelfwaardeering kwijt,
En de zonderlingste menschen
Krijgen last van eerlijkheid.
Zelfs als Kuyper is bezweken,
Als tie werk’lijk heeft gefaald,
Is niet hij de grootste zondaar,
Maar degeen, die heeft betaald.
Die ’t zaakje heeft bekonkeld,
Die de viezigheid bedacht,
Die den ouden, grijzen Kuyper
In verzoeking heeft gebracht.
En als Kuyper zich vergiste,
Trekt ie nog aan ’t langste end
En vrind Peeman is de pisang,
Wat ’n ridder wordt die vent!
Want de treurigste van beiden
Is die ’t lintje heeft gevraagd,
Is niet hij die ’t verleende,
Maar de stakker die ’t draagt.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.