Home / Liedjes / Lied van den kolenboer uit Prinsenhage

Lied van den kolenboer uit Prinsenhage

Schrijver: een dorpsdichter
Jaar gepubliceerd: 1876
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Vrienden onder ons gezellen
ik zal u wat nieuws vertellen
’t Is van enen kolenboer
die met zijn kar naar Roosendaal voer
en zijn meid al mede nam
Raad toch eens wat daarvan kwam?

’t Was een man van vijftig jaren
vrouw en kinderen bij elkaren
en dat zij daar niet op let
dat hij op een ander zijn zinnen zet
en nog wel op zijn dienstmeid
waar hij mee naar buiten rijd

Zij waren altijd bij elkaren
dat bracht haar in groot gevaren
en het was niet enen keer
ze vrijde toch al meer en meer
en de meid die er ook van houd
die hem op zijn woord vertrouwd

Vrienden het is niet gelogen
op ’t laatst heeft hij haar nog bedrogen
en toen wist hij niet wat doen
om te houden zijn fatsoen
hij met de meid daarover praat
hoe zulde gij komen van de straat

Gij weet dat ik u niet kan trouwen
ik heb een vrouw die moet ik houwen
maar schrijf dan enen brief
naar je aller zoetste lief
die weet van de grap niets van
en zo komde gij aan een man

Zij heeft pen en inkt genomen
den brief is bij hem aan gekomen
en hij leesde hem al gauw
en hij dacht wat is dat nou
Hij is naar haar toe gegaan
en nu komt de pret pas aan

Jonkman wilde gij met mij trouwen
den boer zal voor ons bruiloft houwen
zeg dan maar in u gedacht
ik heb al lang genoeg gewacht
Als gij wilt dan trouwen wij
liever nu als met de mei

Voor een woning hoeven wij niet te schromen
wij kunnen bij de boer in de kamer komen
en dan krijgen wij een stuk grond
om te boeren net en prond
Dat krijg ik voor mij persoon
van den boer al tot een loon

Ach meisje scheid er maar uit met schrijven
het zal wel onder de mensen blijven
want het praatje gaat overal
dat de boer een koe wil gaan geven uit zijn stal
als eer ene jonkman nou
met de meid maar trouwen wou

Ach meisje schijd er maar uit met praten
ik zal je wel in wezen laten
Dan wacht ik liever nog een tijd
dan trouw ik met een andere meid
want van jou begrijp ik het al
dat er wel iets aan haperen zal

Februari kon niet genaken
toen moest zij in het bed geraken
eerst de vrouw een dochter schoon
toen de meid een jongen zoon
Ja als ik het u zeggen mag
ze schillen elkander maar enen dag

Hovenierders wilt opletten
al wie nog veel kolen wil zetten
en daarmee nar buiten rijd
pas toch beter op uw meid
Want het geen ik u vermaan
wie de schoen past trekt hem aan

pen brief schrijven pixabay


Het lied komt uit een liedboek van van Antonia Bekers-van Halteren. Zij leerde het van haar ouders. Het lied beschrijft een waargebeurd verhaal. Voor muziek zie: www.volksliedarchief.nl.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten