Hangend in de lage luchten,
Waaien witte meeuwenvluchten,
Met de winden mee.
Krijsend fel uit rauwe kelen,
Is ’t of al die vogels spelen
Met de wind, de zee.
Gierend, zwierend, dan weer kerend,
Raaklings langs een golftop scherend,
Wijd de wieken uit.
Plots’ling plonzend in de golven,
Onder bruisend schuim bedolven,
Vinden zij hun buit.
Hangend in de grauwe luchten,
Waaien witte meeuwenvluchten,
Langs de wijde zee.
Zwierend langs de lage kusten,
Al maar verder, zonder rusten,
Met de winden mee.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.