
Het liefst op aard wat God mij gaf, waarvoor ik hem dankbaar ben
Is ’t jongste vrouwtje waarvan ik nu de zinnen adel ken
’t Moedertje dat heel alleen haar kroost heeft grootgebracht
Voor haar gezin geploeterd heeft, nooit aan zichzelve dacht
Nu ’t nederig zieltje niet meer is, nu zijn we ons eerst bewust
Dat ’t mooiste uit ons leven onder de aarde rust
My Jiddische mame gelaat van rimpeltjes doorgroefd
My Jiddische mame heeft dag en nacht voor ons gezwoegd
Haar groot geluk op deze aard was haar kinderlach
Ze had een hemel hier, wanneer zij ons maar gelukkig zag
O kon ik nog eenmaal dat grijze moedertje eens zien
Nog even haar spreken, dan vond ik rust en troost misschien
De herinnering aan haar zal eerbiedig zijn
Want vol edele liefde en zonneschijn
Was die dierbare Jiddische mame mamamame mijn
O kon ik nog eenmaal dat grijze moedertje eens zien
Nog even haar spreken dan vond ik rust en troost misschien
De herinnering aan haar zal eerbiedig zijn
Want vol edele liefde en zonneschijn
Was m’n enigste Jiddische mame mamamamamame mame mijn