Home / Liedjes / Mijn moeder was Hendrikje Kuiper

Mijn moeder was Hendrikje Kuiper

(tekst: S. de Vries jr./muziek: John Brookhouse/uitvoering: Peter Pech)

Mijn moeder was Hendrikje Kuiper,
Mijn vader was Gerrit Jan Pech…
Ze liepen – dat kwam door de liefde –
Op zekere dag samen weg;
Ze kuierden naar het stadhuis toe,
En daar was het werk gauw verricht,
En zo werd toen zeer onnadenkend,
De Pech als familie gesticht!

Als Pech ben ik geboren,
En Peter moet er voor,
Als Peter Pech de eerste,
Moet ik het leven door;
Elk mens heeft wel een bofje,
Maar hoe ik het plooi of leg,
Als ik nog eens een bofje heb,
Is ’t nog een bof met pech.

Mijn vrouw heet Cornelia Vogel.
Toen Amor haar hart heeft geraakt,
Toen heeft hij door mij aan te wijzen,
Een Pechvogel van haar gemaakt;
Ze zit me dat vaak te verwijten,
Dan kijkt ze en schreeuwt ze maar raak.
Dan denk ik zo rustig weg zwijgend:
‘Die naam is mijn enige wraak.’

We hebben geen kind’ren gekregen,
En dat is wat ik zo vaak zeg.
Al vinden wij ’t werkelijk jammer,
Het enige goeie van Pech!
Al zou ik graag kinderen hebben,
Kijk, als je mijn mening eens vroeg,
Dan zeg ik met u: ‘Op de wereld
Is werk’lijk aan Pech al genoeg.’

( Peter Pech, centrale figuur in de vara bonte avond, zogenaamd getrouwd met ‘Kenelia’. De tekstschrijver S. de Vries jr. was regisseur van hoorspelen bij de VARA)