Hij was mijn enigst kind
M’n grote kleine vriend,
Zoals je op ‘d aard
Er ooit maar ééntje vindt.
Vaak liep die aan mijn hand
En na een straatje rond,
Steeds naar dat winkelraam
Waar dat kinderfietsie stond.
Morgen zou het zijn verjaardag zijn,
Morgen dan werd ie zeven jaar
’t Allerlaatste wat die zeggen zou,
(gesproken)
Nog een nachie slapen, dan krijg ik m’n fietsie.
Hij was mijn grootste trots
En ook een troost voor mij,
Maar het leven was te zwaar
Voor veel verwennerij.
Ik spaarde cent voor cent
En kreeg het voor elkaar,
En in de zolderkast
Stond het fietsie voor hem klaar.
Morgen zou het zijn verjaardag zijn,
Morgen dan werd ie zeven jaar
’t Allerlaatste wat die zeggen zou,
(gesproken)
Nog een nachie slapen, dan krijg ik m’n fietsie.
Hij zei:,, ik ga naar school’,
Nam afscheid met een lach.
’t Was de laatste keer
Dat ik hem zo nog zag.
Een auto reed te hard,
Greep hem in volle vaart,
Het leven van mijn kind
Wat is dat een ander waard?
Morgen zou het zijn verjaardag zijn,
Morgen dan werd ie zeven jaar.
’t Allerlaatste wat die zeggen zou,
(gesproken)
Pappie, het was niet mijn schuld hè,
Krijg ik toch nog mijn fietsie?
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.