Nieuw-Vennep

In dat mooie dorp Nieuw-Vennep, Vennep,
staat de Protestantse kerk.
En om die te onderhouden, houden,
dat is wel heel erg veel werk.

[Refrein:]
En te midden van die rommel, rommel,
helpen vele handen om den drommel.
En te midden van die rommel, rommel,
loopt ons Bartje met zijn helpers in het rond.
Het tweede weekend van november, vember,
staan weer vele mensen klaar.
Om de rommelmarkt te draaien, draaien,
nu al vijfentwintig jaar.

Vrijdagavond bij de kerk, kerk,
is ’t een drukte van belang.
Mensen die naar binnen willen, willen,
komen soms in het gedrang.

[Refrein]

Heel veel rommel is verzameld, zameld,
elke zaal staat stampend vol.
Ook de mensen die verkopen, kopen,
hebben echt de grootste lol.

[Refrein]

Ook ons Jan staat maar te draaien, draaien,
aan het rad van avontuur.
Iedereen kan prijzen winnen, winnen,
want de lootjes zijn niet duur.

[Refrein]

Teun is maanden aan ’t verkopen, kopen,
voor de grote loterij.
Soms een lootje, soms een boekje, boekje,
zo hoort iedereen erbij.

[Refrein]

Dan is er ook nog de veiling, veiling,
met ons meester Medema.
Heel veel kavels moet hij slijten, slijten,
en geen mens doet het hem na.

[Refrein]

Dan kan Jaap weer munten tellen, tellen,
ja dat gaat hij heel snel doen.
En na vijfentwintig jaren, jaren,
is ’t al meer dan een miljoen.

[Refrein]

Dus nu is het tijd voor feesten, feesten,
want na vijfentwintig jaar.
valt er echt wel wat te vieren, vieren,
maar we zijn nog lang niet klaar.

[Refrein]

Nu met Bart als onze ridder, ridder,
zijn we zeker nog niet klaar.
Onze kerk zal weer gaan bloeien, bloeien,
op dus naar de vijftig jaar!