Zeg Griete, wat doet toch die traan op uw koon?
Wees lustig, lief bruidje, wees blij
Ik neem u tot dochter, ik geef u mijn zoon
Zo kost’lijk geen vrijer als hij
Gij krijgt hem tot man en hij neemt u tot vrouw
Waarom dan uw wangen zo bleek?
Och, het radeloos kind dacht te stikken van rouw
Haar hart was bij Oene van Sneek.
Zeg Griete, Wat zucht gij zo diep en zo bang?
Lief bruidje, wees lustig en blij
Uw bruigom heeft knechten en schatten en rang
Geen wees heeft een voogd zoals gij
Mijn Gijsbert is Grietman van Damtumadeel
En Heer van Engwierumerbeek
Och, titels en schatten beduiden niet veel
Haar hart was bij Oene van Sneek
Zeg Griete, hoe vindt gij dat schortje van kant?
Dat jakje met bloemen bemaalt
Die ijzers, dat snoer en die borstdiamant
Die ringen, die speld en die naald?
’t Zal alles u prachtig en puntigjes staan
Wat zegt ‘g ervan, bruidjelief spreek
Och, schortje en jakje, zij zag u niet aan
Haar hart was bij Oene van Sneek.
De kerk was versiert en de priester gereed
De toevloed der gasten verscheen
De bruigom reed aan in een splinternieuw kleed
De bruigom och jammer…alleen
Hij zocht naar zijn bruid en werd bang en beducht
Men riep door de buurt en de streek
Maar ver over zee was het bruidje gevlucht
Gevlucht met haar Oene van Sneek.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.