M’n buurman van beneê, riep, “Janus ga nou mee!
De voetbalmatch begint om kwart voor twee”
Ik ging zo vlug ik kon en toen het spel begon,
toen brulde daar het hele stadion:
[Refrein:]
“Oh, oh, oh,oh, wat een club is dat,
wat een club is dat, wat een club is dat!
Oh, oh, oh, oh, alweer tegen de lat.
Zeg, probeer nu eens een goede goal te maken”
De wedstrijd was een sof, niet een schoot uit z’n slof.
Alleen de keeper was de bolle bof,
stond stevig in z’n doel en redde heel de boel.
Maar in het stadion klonk het gejoel:
[Refrein]
Ze liepen door elkaar, de handen in ’t haar.
De midvoor riep “die bal is veel te zwaar”.
De spil riep vol venijn: “Dat doel is vast te klein
het al minstens 4-0 kunnen zijn!”
Maar toen kwam het moment, de spil kwam aangerend,
het hele stadion ging overend.
Hij riep: “ik doe het alleen!” En zwaaiend met zijn been
schoot hij haast door de keeper heen… GOAL!
Oh, oh, oh, oh, wat een goal was dat,
wat een goal was dat, wat een goal was dat.
Oh, oh, oh, oh, een kogel en hij zat
Eind´lijk hebben ze een doelpunt kunnen maken.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.