
Twee ventjes speelden paardje
Zij liepen in een vaartje
Zij liepen in galop
Van hottu hola hop
Toen zei een klein koetsiertje
Doe mij nu een pleziertje
Geef mij de lijdsels aan
Jij moet in ’t tuig dan gaan
Dat doe’k niet zei de éne
Ik wil de lijdsels neme
Toen trokken zij met een ruk
De zweep en lijdsels stuk