
Het staatspensioen is thans gekomen
Dank zij het krachtig werken van den Bond,
Voor hen werd ’t leven weer wat lichter,
Die men naar ’t armhuis zond.
Als is ’t bedrag nog klein,
’t Zal weldra groter zijn,
De Bond zal luide steeds zijn stem doen hooren,
Opdat in ’t eind,
’t Spook:”Oud en Arm” verdwijnt!
Nog hebben wij met kracht te strijden,
Voor ’t recht, dat men den ouderdom onthoudt,
Opdat zij ’t Staatspensioen slechts krijgen,
Die heeten “arm en oud”.
Wij strijden onversaagd,
Tot eens de morgen daagt,
De zegepraal wordt slechts na strijd verkregen,
Komt sluit u aan,
Volgt allen onze vaan!
Slechts door eendrachtig samenwerken,
Bereiken wij dat “arm en oud” verdwijn’.
En dat het recht zal zegevieren,
Al is ons aantal klein!
Wij geven dag en nacht,
Al onze arbeidskracht,
Aan de gemeenschap die zich dus moet voelen,
Verplicht, dat z’ onzen,
Ouden dag verlicht!