Home / Liedjes / Rassenhaat

Rassenhaat

(Davids 1922)

Bruin is mijn vel, maar blank is mijn ziel,
Hoe sidder ik onder de klappen
Die ons de blanke zoo rijkelijk geeft,
De heeren die hoonen en trappen,
Die onder ’t mom van beschaving, cultuur,
’n Volk van millioenen verdrukken.
Bruin is ons vel en dat geeft hun het recht
Ons ’t loon van ons werk te ontrukken.
Dat is die bruine kleur
Die ons levensgeluk verjaagt,
Die de rassenhaat kweekt
Tot die éénmaal zich wreekt,
Die de menschen tot dieren verlaagt.
Bruin is mijn vel, maar blank is mijn ziel,
Veel blanker dan Hollandsche heeren
Die zonder schaamte in ’t zonnige land
De inlandsche vrouwen onteeren.
En wij, de zonen van ’t schandesysteem,
Worden bespot en vergeten.
Of als een hond door het gouvernement
Ruw in den kampong gesmeten.
Dat is die bruine kleur
Die ons levensgeluk verjaagt,
Die de rassenhaat kweekt
Tot die éénmaal zich wreekt,
Die de menschen tot dieren verlaagt.
Bruin is mijn vel, maar blank is mijn ziel,
Bruinen en blanken zijn menschen
Die hebben harten en zielen als gij,
Menschen die aad’men en wenschen.
Christenen, reikt ons den broederhand toe,
Anders zult gij het beleven
Het bruine jong eens de misdaden wreekt
Aan hun moeders bedreven.
Dat is die bruine kleur
Die ons levensgeluk verjaagt,
Die de rassenhaat kweekt
Tot die éénmaal zich wreekt,
Die de menschen tot dieren verlaagt.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten