In Moeders groote tobbe
vol water, hel en rein,
zit Jantje zich te wasschen,
te plonsen en te plassen,
zoo prettig als ’t kan zijn.
Zijn Moeder zeept hem ’t hoofdje
en borst en armpjes in;
en met het frissche water
wascht zich de kleine snater,
recht jolig naar zijn zin.
Zoo komt ons Jantje glimmend
en blozend uit het nat;
en op zijn frissche kaakje
zoent Moe haar lieve snaakje
voor dat gezegend bad.
En helderreine kleedjes
krijgt lieve Jantje aan.
wat heeft dit prettig schrobben
in Moeders groote tobbe
ons ventje goed gedaan!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.