Home / Liedjes / Roeien op de Bergse plas

Roeien op de Bergse plas


’s Zondags gaan de Rotterdammers schuitje varen voor de gein
Gaan ze, om es uit te wezen, gauw naar Freericks of Romeijn
In de hoekies en de gaatjes is die dan es even fijn
God weet hoeveel Rotterdammers of daar al geboren zijn

Refrein:
’s Avonds als het donker wordt, ja dan is tie fijn
Want we roeien samen in de maneschijn
Op de Bergse Plas, op de Bergse Plas
Zijn de jongens en de meisjes in hun sas

Nette Tinus maakt met Kaatje, tegen donkeren, een toer
Tinus, die zal emmes roeien, Kaatje die zit aan het roer
En als Tinus nou al foetert: ‘Hou toch bakboord an daar, zeg’
Altijd komt ze met d’r schuitje stuurboord in het riet terecht

Refrein

Nette Tinus, die geeft Kaatje bovenop d’r toet een zoen
Kaatje, die roept: ‘Slechte jongen, Tinus, hou nou je fatsoen
Ga weer op je bankie zitten, want het maantje kijkt ons aan’
Tinus, die zegt in d’r oren dat de maan niet praten kan

Refrein

‘Nette Tinus, hou je sjakies, nareling, ik schaam me dood
Als we strakkies gunder komme zijn me koontjes net zo rood’
‘Kaatje, Kaatje, da’s een praatje, ik heb de boot voor jou gehuurd
Ik wou rechtuit blijven roeien, maar jij hebt ‘m in het riet gestuurd!’

Refrein

Meisjes, meisjes, weest voorzichtig, roei niet in de duisternis
Stap met Tinus in geen schuitje, wat geen huwelijksbootje is
’s Avonds, in de stikkedonker, is het op de plas niet pluis
Meisjes, als je daar gaat varen, ga je misschien naar het stadhuis

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten