[Refrein:]
‘s Nachts als de grote mensen slapen,
romdididom, rompompoen,
komen de kleine, kleine dwergjes,
kijken of er wat is te doen,
kijken of er wat is te doen.
De ene die boent en de andere schrobt,
krik, krak, krik krak krok.
En het karpet wordt uitgeklopt.
Krik, krak, krik krak krok.
Krik- krak- krok.
[Refrein]
En als het kind in het wiegje huilt,
krik, krak, krik krak krok.
Pim is er een die zijn neusje snuit,
krik, krak, krik krak krok.
Krik- krak- krok.
[Refrein]
Ook het fornuisje wordt afgesopt,
krik, krak, krik- krak- krok.
En de pannetjes er schoon weer op.
krik, krak, krik krak krok.
Krik – krak – krok.
[Refrein]
En met de beentjes overkruist,
rits, rats, rits, rats, rots,
lappen ze gauw een versleten buis,
rits, rats, rits, rats, rots.
[Refrein]
Maar voor het klokje zal gaan slaan
bim, bam, bim bam bom.
zullen de dwergjes naar huis toe gaan.
Bim, bam, bim – bam – bom.
Bim – bam – bom.
Bim – bamm – bommm
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.