Home / Liedjes / Schatje wees niet kwaad

Schatje wees niet kwaad



Er was ereis, zoo vangen meestal alle sprookjes aan,
Bij het licht der maan.
’n Roover in een laan.
Aan het einde van die laan,
Daar woonde een jonkvrouw rein en kuisch.
Zonder veel gedruisch,
Stapt de dief in huis.
Geld hier of je leven
Niet tegen te streven
Zij geeft hare ringen,
En and’re dingen, waar.
Als hij haar paarlen steelt,
Dan smeekt zij: ,,Lieve dief
Geef mijn snoer toch retour.’

Refrein:
Wees niet kwaad
Kom schatje, wees niet kwaad,
Alles mag je hebben als je mij dat eene laat.
Want dat eene, dat bewaar ik juist
Voor den man die mij leidt naar het stadhuis.
Dus daarom wees niet kwaad,
Kom schatje wees niet kwaad,
Alles mag je hebben als je mij dat eene laat.
Waarom sta je nou zoo op je stuk,
Brengt dat eene dan alleen geluk?

Het slot van het sprookje speelt een jaartje later ongeveer
Jonkvrouw zien we weer.
De baby ligt in het wiegje,
Spartelt en trappelt schreeuwt ,,a a’.
Maar ach de mama
Zoekt naar de papa.
Toen ze hem had gevonden
Sprak ze onomwonden
‘k Kom centen halen,
Je moet betalen, maar
Hij lacht haar vierkant uit:
,,U bent hier niet terecht
Ga nou smeer hem nou.’

Refrein:
Huil maar niet,
Mijn schatje huil maar niet.
Je kan alles van mij krijgen maar dat eene niet.
Al mijn goed bewaar ik in een kluis
Voor de vrouw die ik vooer naar het stadhuis.
Dus daarom wees niet kwaad,
Schatje wees niet kwaad,
Je had eerder moeten zorgen want ’t is nu te laat.
Waarom sta je nou zoo op je stuk,
‘k Ben de vader maar per ongeluk.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten