A is de armoede die in dienst wordt geleden
B zijn de belangen met voeten getreden
C is de cantine, niet goed maar wel duur
D zijn de ‘douwen’ die men krijgt ieder uur
E is het eten, het langzaam vergif
F is de fourier met zijn chagrijnig gezicht
G is de generaal waarvoor we staan te zweten
H is het hol, de kazerne geheten
I is de inspectie, waar men op straffen loert
J is het jassen, zo donders beroerd
K is de korporaal, de wasbaas der soldaten
L is de levenslust, als men de dienst gaat verlaten
M is de majoor, wiens neus is gekleurd rood
N dat zijn de neutjes waardoor die kleur ontsproot
O dat is de oorlog die we nooit zullen krijgen
P is de prevoost, waar ik maar van zal zwijgen
R is het recommanderen, dat men dagelijks moet verduren
S is de soldaat, die alles moet bezuren
T is het tuchthuis, voor ons altijd open
U is het uniform waar wij dagelijks in lopen
V zijn de vloeken die men dagelijks moet slikken
W is de wanhoop waaronder men dreigt te stikken
IJ is de ijver, die men zet aan de kant
Z is de zegen van de burgerstand
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.