
Er was een beessie en dat beessie kon niet kakken,
Er was een veertje aan zijn poepertje blijven plakken.
Hij zei geen boe hij zei geen bah en zei geen bomen,
Hoe is dat veertje aan mijn poepertje gekomen?
Toen kwam zijn moeder en zijn moeder kwam van boven,
Die heeft het veertje van zijn poepertje afgekloven.
Hij zei geen boe hij zei geen bah hij zei geen bomen,
Nu is dat veertje van mijn poepertje gekomen!