Home / Liedjes / Verlaten (In den vreemde)
1630

Verlaten (In den vreemde)

Met dank aan Ferry voor het insturen van de tekst

Hij liep maandenlang op de keien,
En de toekomst bood hem geen bestaan.
Zijn oudjes die hadden het amper,
Dus zo’n leegloper was niets gedaan.
Hij meldde zich toen voor ’t legioen aan,
’t Was uit wanhoop en zette zijn poot,
Zij wuifden hem na van de kade,
En hij neuriede droef op de boot.

[Refrein:]
Ver van allen
Waarvan ik heb gehouden,
zwerf ik thans rond
in alle eenzaamheid.
Elk die ik heb liefgehad,
zal ik niet meer aanschouwen.
Vergeet mij niet,
en denk van tijd tot tijd,
een ogenblik aan mij,
die in de vreemde lijdt

Zo deed hij z’n plicht vele jaren,
met zijn makkers in ’t Indisch armee.
En was tussen duizend gevaren,
invalide geraakt in Atjeh.
Met kerstmis, met ’t oude en nieuwe,
voelde hij zich zo droef en alleen.
en telkens op moeders verjaardag,
zong hij mijmerend en stil voor zich heen.

[Refrein]

Hij was driekwart oud en versleten,
toen men hem zijn pensioentje aanbood.
Hij kwam toen terecht in de kampong,
want zijn oudjes, die waren lang dood.
Z’n meid was getrouwd met een ander,
dus verbroken was iedere band.
Maar toch zingt hij soms bij de herinn’ring,
aan zijn oudjes, zijn meid en zijn land….

[Refrein]

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten