Als in ’t dorp de kerkklok ’t uur van vieren slaat,
gaan de kleine kloppers klakkerend door de straat.
Fladderen op ’t schoolplein boezelaartjes bont
wirrelwarrig dansen kindertjes blij in ’t rond.
Tra-la-la la-la-la la-la, tra la-la-la la-la-la,
tral la-la-la, tra la-la-la , tra la-la la la.
Meester met zijn pijpje en gepande jas
denkt aan vroeger dagen, toen hij jongen was..
En zijn karreletje slaat bezield de maat,
tot hij bij dat wijsje zelf aan ’t schuif’len gaat.
Tra-la-la la-la-la la-la, tra la-la-la la-la-la,
tral la-la-la, tra la-la-la , tra la-la la la.
Kareltje, de manke trekbeent moedig mee,
stolpert op zijn kloppers, heeft een pret voor twee.
En zijn klamme handje pakt een rokje vast,
als hij ademhijgend aldoor maar hinkelpast.
Tra-la-la la-la-la la-la, tra la-la-la la-la-la,
tral la-la-la, tra la-la-la , tra la-la la la.
Als in ’t dorp de kerkklok ’t uur van negen luidt,
gaan daarginds de lichten van de hoeve uit.
Staan de witte kloppers proper aan de wand,
dansen kleine kleuters saâm door ’t dromenland
Tra-la-la la-la-la la-la, tra la-la-la la-la-la,
tral la-la-la, tra la-la-la , tra la-la la la.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.