Home / Liedjes / Vriendinnetje

Vriendinnetje

Met dank aan Betsy van Dijk voor het insturen van de tekst

In de jaren dat de man in jonge overmoed niet vraagt
Naar het leven met zijn plichten en zijn wetten,
Komt het meisje op zijn pad, dat zonder moeite er in slaagt
Zijn ontvankelijk gemoed in vlam te zetten.
U kent dat wel, zo’n kind, dat je met één blik alles doet,
En waar je bij je pa een berg bezwaren om ontmoet.
Elke man heeft van zijn leven een vriendinnetje gehad,
Waar hij veel van heeft gehouden,
Dat hij dankbaar blijft herdenken, als des levens grootste schat,
Maar waar hij toch niet mee kon trouwen.
Want het leven is een warnet van conventies en fatsoen
En van allerhande dingen, die je al dan niet kunt doen.
En dan is er nog het noodlot, dat je opneemt en verstrooit,
Maar dat vriendinnetje, dat klein vriendinnetje,
Dat vergeet een man toch nooit!

Met een vrouw is het wat anders, als een vrouw er ooit toe komt
Rang en afkomst voor haar liefde te vergeten.
Dan neemt niemand haar dat kwalijk, want haar hart is haar domein
En de liefde daar Primair zoals we weten.
Maar zeg eens: waar ter wereld wordt een man getolereerd,
Die ’t hoofd niet op wat beters dan op liefde concentreert?
En toch hebben ze haast allen zo’n vriendinnetje gehad,
Eéntje, waar je van mocht houën.
Dat je nimmer zult vergeten, daartoe was ’t te grote schat,
Doch, waar j’ onmogelijk mee kon trouwen.
Want tenslotte was je zaak daar, je familie, je fatsoen
En die hele reeks van dingen, die je al dan niet kunt doen.
En dan was er nog het noodlot, dat je beiden heeft verstrooid
Maar dat vriendinnetje, dat klein vriendinnetje,
Dat vergeet een man toch nooit!

Voor de mannen zijn op aarde louter plichten weggelegd,
Al het and’re is veroordeeld tot verlepping.
‘Man zijn” duidt op zwarte jassen, stijve boordjes plus een vrouw,
Met een stamboom die terug gaat tot de schepping.
Die daarmee durven breken, heus die vind je niet te veel,
De meesten sukk’len levenslang als ossen in ’t gareel,
En toch hebben ze haast allen zo’n vriendinnetje gehad,
Echt zo’n kind om van te houën.
Waar ze levenslang naar snakken, als een vroeg verloren schat,
Maar, die ze toch niet durfden trouwen.
Want dan was ze niet ontwikkeld, of van heel gewone stand,
Of er was iets met ’n lid van haar familie aan de hand.
En dan was er nog dat noodlot, dat hen beiden heeft verstrooid,
Maar dat vriendinnetje, dat klein vriendinnetje,
Dat vergeet een man toch nooit!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten