Wie wand’len wil met blijde zin,
Hij zing’ een lied daarbij,
En trek’ de wijde wereld in,
Daar buiten aêmt men vrij, daar buiten aêmt men vrij.
Uit alles klinkt de welkomstgroet:
‘O, buiten is ’t zo goed!’
Uit alles klinkt de welkomstgroet:
‘O, buiten is ’t zo goed!’
’t Is buiten, ’t is buiten, ’t is buiten ’t best van al,
’t Is buiten, ’t is buiten, ’t is buiten ’t best van al.
Komt allen lustig voortgetreên,
Wij gaan langs veld en hei,
Daar zweven geuren om ons heen,
Daar zweven geuren om ons heen,
’t Is nu het schoonst getij.
Hoe vrolijk klinkt de jubeltoon:
‘O, buiten is ’t zo schoon,
O, buiten is ’t zo schoon!’
’t Is buiten, ’t is buiten, ’t is buiten ’t best van al,
’t Is buiten, ’t is buiten, ’t is buiten ’t best van al.
En ginder wenkt het groene bos,
Daar wacht ons nieuwe lust,
Wij vlijen ons op ’t zachte mos
Een korte wijl ter rust, een korte wijl ter rust.
O, waar men toeft of toeven zal,
’t Is buiten ’t best van al.
O, waar men toeft of toeven zal,
’t Is buiten ’t best van al!
’t Is buiten, ’t is buiten, ’t is buiten ’t best van al,
’t Is buiten, ’t is buiten, ’t is buiten ’t best van al.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.