
Wij reizen om te leren door heel het land
en hebben als wij keren ook meer verstand.
Naar ’t oosten, naar ’t zuiden, op weg naar de Walen.
O jongens wat zien wij daar bergen en dalen.
Wat mijnen van kolen, arduin en metaal,
dat geeft ons de zielen van ijzer en staal.
Wij reizen om te leren door heel het land
en hebben als wij keren ook meer verstand
Wij reizen om te leren door heel het land
en hebben als wij keren ook meer verstand.
Komt west naar de zee door de Vlaamse landouwen;
komt noord naar de Schelde om er schepen ’t aanschouwen.
Die stomen en zeilen omsprenkeld van schuim,
met vlaggen in ’t want en met schatten in ’t ruim.
Wij reizen om te leren door heel het land
en hebben als wij keren ook meer verstand.