
Armen strekken, goed uitdrijven
en nu zijwaarts, spreid en sluit.
Ik lig in het water, wat gaat dat toch lekker
Ik lig in het water, ik ga vooruit.
Zwemmen op je buik, zwemmen op je rug
gauw naar de overkant en dan weer terug.
Zwemmen op je buik, zwemmen op je rug
gauw naar de overkant en dan weer terug.
Zachtjes springen, kleine hupjes
heel voorzichtig, nu omlaag.
Ik spring van de duikplank, dat gaat lekker
ik spring van de duikplank, dat doe ik graag.
Zwemmen op je buik, zwemmen op je rug,
gauw naar de overkant en dan weer terug.
Zwemmen op je buik, zwemmen op je rug
gauw naar de overkant en dan weer terug.
Hoofd naar achter, buik naar boven, beide handen in je zij.
Ik oefen de rugslag, wat gaat dat lekker
Ik oefen de rugslag, ‘k ga jou voorbij.
Zwemmen op je buik, zwemmen op je rug,
gauw naar de overkant en dan weer terug.
Zwemmen op je buik, zwemmen op je rug
gauw naar de overkant en dan weer terug.