Loeplamp



 

Klik op de knoppen voor meer informatie


 

Ik kan het weer zien! Een loeplamp werpt licht op details

Naarmate we ouder worden, kunnen we minder goed zien dan jonge mensen. Ook bij mensen die geen oogafwijkingen hebben, zorgt het normale verouderingsproces ervoor dat ze slechter gaan zien. Vooral als we details moeten zien, worden we vaak met de neus op de feiten gedrukt. Een bril of contactlenzen kunnen dan onvoldoende helpen. En dat terwijl lezen, handwerken, kaartlezen of andere hobby’s nu juist voor velen op latere leeftijd belangrijk zijn. Het juiste hulpmiddel kan dan een wereld van verschil uitmaken en u het plezier in uw bezigheden teruggeven. Een van de hulpmiddelen die uitkomst kunnen bieden, is een loeplamp.

Is een loeplamp het beste hulpmiddel voor u?
Een loeplamp lijkt op een bureaulamp of staande lamp, maar in plaats van een gewone lamp is er een loep ingebouwd met verlichting daaromheen. Er zijn verschillende soorten loeplampen: staande modellen die op de vloer worden geplaatst, maar ook tafelmodellen, dat zijn loeplampen die aan de muur kunnen worden bevestigd. Ten slotte zijn er loeplampen die aan een tafel of ander meubelstuk kunnen worden vastgeklemd.

Met een loeplamp slaat u twee vliegen in een klap: door de vergroting kunt u beter zien en de verlichting helpt daar ook nog eens bij. Eigenlijk zijn er zelfs drie voordelen bij een loeplamp, want u hebt ook uw handen vrij! Het licht is om de loep heen gebouwd, zodat u sterk, schaduwvrij licht heeft op uw lees- of handwerk. Veel loeplampen hebben een knikarm of buigbare arm, zodat u de loep in de juiste richting kunt buigen.

Nu zijn er ook loepen met licht in andere vormen. Er zijn handloepen, leesloepen, loepen die om de nek kunnen worden gehangen. U kunt zelfs een loep met verlichting krijgen die om het hoofd gebonden kan worden! Het is daarom goed om eerst even stil te staan bij de vraag of een loeplamp voor u het beste hulpmiddel is.

Vaak is zo’n tafel- of staande loep met verlichting handig als u:
• het vergrootglas binnenshuis nodig heeft;
• vaak op dezelfde plaats zit;
• uw handen vrij wilt houden;
• het hulpmiddel vaak nodig heeft;
• het wilt gebruiken voor langdurige taken, waarvoor het vasthouden van een loep te vermoeiend is.

Natuurlijk zit u in huis niet altijd precies op dezelfde plaats. Het is zelfs gezond om van werkplek of zitplaats te wisselen. Een belangrijke overweging is daarom ook hoe zwaar de loeplamp mag zijn en hoe u hem wilt hanteren. Kunt u een snoer gemakkelijk in een ander stopcontact steken en een vleugelmoer gemakkelijk vastdraaien? Stelt u zich voor, hoe dit met een loeplamp in de praktijk bij u zal gaan en maak dan een keuze.

Hoeveel licht moet een loeplamp geven?
Naarmate u ouder wordt, gaat de ooglens minder licht doorlaten en wordt uw netvlies minder lichtgevoelig. U hebt steeds meer licht nodig om hetzelfde te zien als een jonger mens. Verder heeft iedereen natuurlijk meer licht nodig voor precisiewerk. Het is daarom belangrijk dat een loeplamp voldoende lichtsterkte heeft. De lichtsterkte van een loeplamp wordt meestal aangegeven in de eenheid lux. In de volgende tabel ziet u, welke lichtsterkte een volwassene met goede tot gemiddelde ogen nodig heeft voor verschillende activiteiten:
Eenvoudig werk, opruimen, met elkaar spreken – normaal: 300 lux, oudere: 500 lux
Lezen en schrijven – normaal: 500 lux, oudere: 1500 lux
Gedetailleerd onderzoek doen, hobby’s, handwerk – normaal: 1000 lux, oudere: 3000 lux
Beoordelen van kleuren (bv laboratorium, tandarts) – normaal: tot 5000 lux, oudere: tot 6000 lux

Voor ouderen is dus zo’n 1500 lux nodig om comfortabel te kunnen lezen en schrijven. In veel woningen is de lichtsterkte overdag maar zo’n 100 tot 200 lux. Als u niet vlak bij het raam kunt of wilt gaan zitten, dan hebt u dus al snel extra licht nodig. Daar komt nog bij, dat u nog meer licht nodig heeft naarmate een loeplamp een sterkere vergroting heeft.

Let op: als de lichtsterkte in lux wordt aangegeven, dan telt ook de afstand! Kijk daarom altijd of bij een loeplamp ook aangegeven is, bij hoeveel centimeter de opgegeven lichtsterkte geldt. Een loeplamp kan bijvoorbeeld bij 15 cm afstand wel 1800 lux hebben, maar bij 30 cm afstand is dat nog maar 650 lux! U moet zich dan goed voorstellen, waarvoor u de lamp gaat gebruiken. Wordt er niets aangegeven, dan geldt bij een loeplamp het opgegeven aantal lux meestal voor een afstand van 20 cm.

Hoeveel vergroting heb ik nodig?
De vergroting van een loeplamp wordt aangegeven in dioptrie. Dit is niet hetzelfde als het aantal malen vergroting, maar het kan daar wel naar omgerekend worden. In de volgende tabel ziet u hoeveel dioptrie hoeveel keer vergroot:
1 dioptrie vergroting 1,25
2 dioptrie vergroting 1,50
3 dioptrie vergroting 1,75
4 dioptrie vergroting 2,00
5 dioptrie vergroting 2,25
6 dioptrie vergroting 2,50
7 dioptrie vergroting 2,75
8 dioptrie vergroting 3,00
9 dioptrie vergroting 3,25
10 dioptrie vergroting 3,50
11 dioptrie vergroting 3,75
12 dioptrie vergroting 4,00

Misschien denkt u, dat een loeplamp met de sterkste vergroting altijd de beste is. Toch is dat juist niet zo. Een te sterke vergroting heeft ook nadelen. De diameter van het glas van de loeplamp is dan kleiner en u moet steeds dichter op het werk gaan zitten. Een sterkere vergroting werkt voor een kleiner oppervlak, waardoor u bij het lezen bijvoorbeeld erg weinig overzicht hebt.

Het advies luidt daarom: kies een loeplamp die net genoeg vergroot voor het doel waarvoor u hem wilt gebruiken. Voor lezen is dioptrie van 3 een vaak het beste. Een sterkte van 8 dioptrie wordt door veel gebruikers gekozen voor precisiewerk. Wilt u de loeplamp voor meerdere doeleinden gebruiken, dan kunt u kijken naar modellen met:
• een powerlens. Dat is een kleine, extra sterke lens die in de grotere lens is ingebouwd, of apart aan de loeplamp is gemonteerd.
• meerdere, verwisselbare lenzen voor dezelfde loeplamp.

Let op: als u een specifieke visuele beperking heeft, of ook andere hulpmiddelen gebruikt dan alleen de loeplamp, dan moet u misschien een andere waarde kiezen. In dat geval kunt u het beste advies inwinnen bij uw oogarts of opticien.

Tip: Als u al een vergrootglas in huis heeft, of er een kunt lenen, kijk dan eens hoe de vergroting daarvan u bevalt. Dat geeft een idee van de sterkte die de loep voor u zou moeten hebben.

Het licht moet prettig zijn
Bij loeplampen wordt meestal ook de kleurtemperatuur aangegeven. Dit heeft niets te maken met de temperatuur van de lamp, maar zegt iets over de eigenschappen van het licht. “Wit” licht is namelijk niet wit: het is samengesteld uit vele kleuren. Daglicht bevat alle kleuren die er zijn; dat zien we als er een regenboog is. Maar kunstmatig “wit” licht kan ook anders zijn opgebouwd, bijvoorbeeld alleen uit de primaire kleuren rood, groen en blauw. Of het is “roodachtig”, of juist “blauwachtig” wit. Roodachtig licht wordt door mensen als gezelliger ervaren, maar het is ook vermoeiender om bij te lezen of handwerken.

De kleurtemperatuur van een lamp wordt gemeten in graden kelvin (K). De meest gangbare benamingen en waarden zijn:
Warm geel (woonkamer) 2700 K
Warm wit (kantoor, werkruimte) 4500 K
Koel/helder wit (daglicht) 6500 K

Goede loeplampen hebben een kleurtemperatuur van minimaal 6000 K. Vaak wordt door de aanbieders ook benadrukt, dat de loeplamp “daglicht” geeft, dus dat alle kleuren er op een goede manier in vertegenwoordigd zijn.

Ook de verlichting in uw woning is hierbij trouwens van belang. Bij het ouder worden krijgen we vaak meer last van contrasten tussen licht en donker. Gebruikt u de loeplamp daarom in een omgeving, die goed verlicht is. Dat maakt het misschien iets minder gezellig in huis, maar het gebruik van de loeplamp is dan wel prettiger.

Kleuren goed waarnemen
Als u schildert, borduurt of met elektronica werkt, moet u de kleuren goed kunnen zien. Het is dan bij een loeplamp van belang om naar de CRI(Ra) aanduiding te kijken. Dit is een aanduiding voor de kleurweergave (color rendering index in het Engels). De CRI-waarde geeft aan, hoe goed de kleuren van voorwerpen en oppervlakten worden weergegeven, als de loeplamp erop gericht is.

Hoe meer kleuren er in de lichtbron zitten, des te beter is de weergave van kleuren van die voorwerpen en oppervlakten. Daglicht is het allerbeste, want daar zijn alle kleuren in vertegenwoordigd. Als lampen “wit” licht produceren op basis van alleen de primaire kleuren rood, groen en blauw, dan is de kleurweergave veel minder goed. Bij lampen die een blauwachtig of juist roodachtig licht geven, worden kleuren ook anders weergegeven. Alles lijkt dan ook wat “blauwer” of juist “roder”, en de echte kleuren zijn minder goed te onderscheiden.

Een CRI (Ra) van 100 staat voor een perfecte kleurenweergave. Een waarde van meer dan 80 is goed. Een CRI van minder dan 60 betekent, dat de kleurweergave slecht is.

Bij ledlampen kunt u overigens niet altijd op de CRI-waarde vertrouwen. Er is ledverlichting die een goede CRI heeft, maar waarbij roodtinten toch niet goed genoeg te onderscheiden zijn. Dit wordt mogelijk gemaakt door de meetmethode voor CRI met een beperkt aantal kleuren, waardoor een tekort aan rode kleuren in ledlicht niet genoeg doorvertaald wordt in de waarde. Gek genoeg komt dit zowel bij goedkopere als bij duurdere loeplampen voor. Leest u wat dit betreft dus ook de gebruikerservaringen met de betreffende loeplamp.

Wat is beter: tl-buis of ledverlichting?
De meeste loeplampen hebben ofwel tl-verlichting, ofwel ledlampen. Beide soorten verlichting hebben voor- en nadelen. Tl-verlichting heeft bij een loeplamp meestal de vorm van een ronde buis die om het vergrootglas ligt en vervangen kan worden. Ledverlichting is meestal niet vervangbaar, maar ledlampen gaan dan ook heel erg lang mee. Een tl-ring zorgt voor schaduwvrij, goed verdeeld licht. Bij ledlampen is dit afhankelijk van het aantal en de plaatsing van de lampen. Een ledlamp verbruikt erg weinig energie. Maar let op: er zitten meestal meerdere ledlampen in een loeplamp, en het totale energieverbruik telt! Kijk daarom naar het energielabel van de loeplamp, of vergelijk het totaal aantal watt dat wordt opgegeven voor de loeplamp.

Kosten en kwaliteit
Er zijn loeplampen van een tientje, maar ze zijn er ook voor honderden euro’s. Hoeveel geld moet u nu investeren? Gelukkig hoeft bij loeplampen goedkoop niet altijd duurkoop te zijn. Als u hem af en toe wilt gebruiken om wat te lezen, dan kan een eenvoudig model voldoende zijn. De dure modellen worden vaak door professionals aangeschaft, zoals schoonheidsspecialisten of tandartsen.

Toch moet u er wel rekening mee houden, dat de goedkoopste loeplampen kwaliteitsproblemen kunnen hebben. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om:
• smelten van het plastic door de hitte van een tl-lamp;
• een kunststoflens waar snel krassen op komen;
• gebrek aan stabiliteit, een loeplamp die snel omvalt;
• licht dat trilt, waardoor het gebruik van de loep niet prettig is;
• een te kort snoer.

Bovendien komt het soms voor, dat de opgegeven waarden niet kloppen of misleidend zijn. U kunt daarbij denken aan een diameter die inclusief een dikke rand van de loeplamp wordt aangegeven, of een overdreven waarde voor sterkte van de loep.

Bovengenoemde problemen komen bij goedkope modellen vaker voor, maar de prijs correspondeert niet altijd met de kwaliteit. Ook bij duurdere modellen kunt u het beste op deze punten letten.

Veel mensen beginnen overigens met een goedkope loeplamp en schaffen pas later een duurder exemplaar aan. Dit kan handig zijn als u een loeplamp eerst wilt uitproberen, dus of het gebruik van een loeplamp u eigenlijk wel bevalt. Na een tijdje weet u dan beter wat u wel en niet wilt.

Speciaal advies en vergoeding
Heeft u een specifieke visuele beperking, dan is het raadzaam om ook een medisch specialist om advies te vragen. U kunt in dat geval waarschijnlijk ook de kosten van een goede loeplamp vergoed krijgen uit uw ziektekostenverzekering. Neemt u in dit geval voor aankoop contact op met uw verzekeraar.

Uw persoonlijke keuze
Met al deze informatie kunt u een goede keuze maken, zodat u veel plezier zult hebben van uw nieuwe loeplamp. Neem rustig de tijd om er een uit te zoeken en ook om met de loeplamp op de voor u meest handige wijze te leren omgaan!


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten