Alchemist en alchemie


Met dank aan Ilse Steel voor het sturen van de tekst




Alchemie behoort net zoals de astrologie tot de zogenaamde occulte wetenschappen. Het maakt deel uit van een voorwetenschappelijk wereldbeeld en maakt in vergelijking met de moderne wetenschap gebruik van een alternatief verklaringsmodel met een eigen systeem en methode. Het woord is waarschijnlijk afgeleid van het Arabische al kem = het zwarte. Dit zou slaan op Egypte, het zwarte land. Alchemie is dan de kunst van het zwarte land of de zwarte kunst. Alchemie was gericht op het zoeken naar de steen der wijzen.

Steen der Wijzen
Vele eeuwen hebben ook westerse alchemisten gezocht naar de Steen der Wijzen, wat waarschijnlijk in werkelijkheid geen steen was maar een stof, waarvan alchemisten dachten dat ze die konden krijgen met goddelijke hulp, door bepaalde grondstoffen aan ingewikkelde chemische behandelingen bloot te stellen. Wanneer de Steen der Wijzen maar eenmaal was ontdekt, zou slechts een kleine hoeveelheid van deze magische stof die bij een gewoon metaal werd gevoegd, dat metaal in goud veranderen. Ingenomen als geneesmiddel zou men zieken, kunnen genezen en misschien zelfs onsterfelijk kunnen worden. De vier elementen uit de oude traditie – vuur, lucht, water en aarde – en de zeven belangrijkste stadia van het Magnum Opus (‘het Grote werk’) – de term die de alchemisten gebruikten voor een bewuste poging om de perfectie van de eigen ziel te doorgronden.
Kennis over geneeskunde, scheikunde, filosofie of godsdienst werd beschouwd als eenheid. Ze leiden naar een groter begrip van het ‘al’. Ook maakte de alchemie gebruik van een grote verscheidenheid aan symboliek die afkomstig was van de astrologie, godsdienst en magie.

Europa. Mede door de Arabische geleerden werd de alchemie via Spanje in de rest van Europa bekend (12de eeuw), waar ze in meer of minder praktische zin door Albertus Magnus, Thomas van Aquino, Roger Bacon, Raymundus Lulles en Arnauld de Villeneuve beoefend werd (13de eeuw). Ondanks hun andere doelstellingen zijn de alchemisten zeer belangrijk geweest voor de scheikunde. Door hun onderzoekingen hebben zij tal van nieuwe stoffen ontdekt en werkmethoden verbeterd. De alchemie bereikte in de 13de en 14de eeuw haar hoogtepunt, maar in de daaropvolgende vervalperiode kwam ze grotendeels in handen van bedriegers, valsemunters, beoefenaars van ‘Zwarte Kunsten’. De filosofische, religieuze en mystieke elementen die de alchemie bevatte, gingen verloren; de zucht naar goud en rijkdommen kregen de overhand.

Enkele bekende alchemisten uit de middeleeuwen.
Albertus Magnus, 1193-1280 dominicaan. Albertus Magnus doceerde in Keulen, Hildesheim, Freiburg, Regensburg en Straatsburg en werd in 1245 magister (dominicaan) in de theologie van de orde in Keulen waar hij o.a. Thomas van Aquino onder zijn leerlingen telde. Zijn grote betekenis bestond in zijn geslaagde poging de wijsbegeerte in het Latijnse Westen eenzelfde plaats te geven als zij al enige eeuwen genoot bij de Arabieren. Albertus Magnus werd Doctor Universalis genoemd als erkenning voor zijn grote kennis op alle wetenschapsgebieden.

Thomas van Aquino, Aquinas of Thomas Aquinas was een Italiaanse filosoof en theoloog, die tot de scholastici gerekend wordt. Hij is de meest invloedrijke systematische denker op theologisch en wijsgerig gebied uit de middeleeuwen. Beiden trachtten de verschillen tussen filosofie en christendom met elkaar te verzoenen.

Roger Bacon, 1214-1294. Engels franciscaan en wijsgeer; had kritiek op de theologische methode van zijn tijd en was voorstander van proefondervindelijk onderzoek, ervaring is de enige bron van het menselijk weten. Bacon schreef ook over alchemie en magie. Als belangrijke denker van zijn tijd stond hij bekend als Doctor Mirabilis. Bacon hechtte belang aan het emperisme en is een vroege voorstander van de moderne wetenschappelijke methode genoemd, hoewel hij vertrouwde op de occulte en alchemistische traditie. Hij kende Hebreeuws en Grieks, en was vertrouwd met de filosofische en wetenschappelijke inzichten van de Arabische wereld die toen op wetenschappelijk gebied het meest ontwikkeld waren.

De Fransman Nicolas Flamel was een van de weinige alchemisten die in deze voor alchemisten moeilijke periode schreef. Flamel leefde van ca. 1340 tot 1418 en zou het archetype worden voor de alchemisten na hem. Hij was geen religieuze geleerde zoals veel van zijn voorgangers. Zijn hele interesse in alchemie draaide rond de zoektocht naar de Steen der wijzen, waarvan hij ook beweerde de formule gevonden te hebben. Gedurende de late middeleeuwen (1300-1500) waren alchemisten net als Flamel geconcentreerd op zoek naar de Steen der wijzen en het elixer van de jeugd. Naast alchemist, was hij ook nog publieke schrijver, kopiist, kalligraaf en beëdigt boekhandelaar.

Paracelsus 1443-1591. Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim, beter bekend onder de naam Paracelsus, was een beroemd arts en theoloog die zich bezighield met alchemie en astrologie. De 16de eeuwse arts Paracelsus gaf aan het doel van de Steen der wijzen enige bijsturing. Hij vond dat de alchemist zijn zoektocht naar het fonkelend goud moest staken en de mensheid beter kon dienen met onderzoek naar betere medicijnen. Paracelsus, die zowel in de geneeskunst als in de alchemie radicale veranderingen teweeg bracht legde de grondslag voor de homeopathie.

Agrippa 1486-1535. Heinrich Cornelius Agrippa, von Nettesheim was een Duits magiër en occult schrijver, soldaat, arts, astroloog en alchemist. Agrippa reisde door Spanje, Frankrijk, Nederland, Duitsland, en Italië en gaf lezingen over verscheidene mystieke publicaties. Her verschijnen in Europa van het manuscript De Occulta Philosophia leverde problemen op met het kerkelijke gezag, hij moest vluchten maar werd ook een aantal maal gevangengenomen. In 1533 besloot hij, teneinde de misverstanden uit de wereld te helpen, het werk zelf in druk te brengen.

Jan Baptista van Helmont 1579-1644. Jan Baptista van Helmont, 1579-1644 was een alchemist, fysioloog en arts. In navolging van Paracelsus verzette hij zich tegen de heersende aristotelische denkwijze, die niet van feiten of empirie uitging maar van logica. Met zijn experimentele methodes maakte nam hij deel uit van wetenschappelijke revolutie uit die tijd. Het woord gas is door hem uitgevonden. Van Helmont geloofde in het bestaan van de Steen der Wijzen en schreef over een stelsel van bovenaardse wezens die het menselijk lichaam bestierden.
Er bestaan aanwijzingen, zoals het vernoemen van een zoon naar de god Hermes, zijn verwerping van medisch profijt, en dat hij behoord zou hebben tot het geheime genootschap van de Rozenkruisers. Een van de grootste raadsels uit de moderne Europese geschiedenis waren de Rozenkruisers, die de aanzienlijke rol van de alchemie in de politiek van Europa markeerden.

Thomas Browne, 1605- 1682. Thomas Browne was een Engels arts en schrijver, die grote eruditie werken schreef over zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals godsdienst, medicijnen, wetenschap en esoterie. Zijn bekendste werk, Religio Medici, ontstond al in 1635 en circuleerde in manuscriptvorm, totdat een drukker het in 1642 publiceerde, overigens zonder zijn toestemming. Het jaar erop verscheen een door hem goedgekeurde herdruk, die een groot succes werd en in vele talen in Europa werd vertaald. In het autobiografisch getinte werk geeft hij zijn persoonlijke inzichten weer op het gebied van religie, maar ook over vele andere onderwerpen. Hij toont zich hierin een welwillend en tolerant mens, met de nodige scepsis.

Isaac Newton, 1643-1727. Isaac Newton, was een Engelse natuurkundige, wiskundige, astronoom, natuurfilosoof, alchemist, officieel muntmeester en theoloog.
In 1703 werd Newton voorgedragen als president van de Royal Society. Tot zijn dood in 1727 zou hij deze functie blijven bekleden. In 1708 werd hij door koningin Anne geridderd.
Tot ver in de 18de eeuw hadden natuurfilosofen een actieve belangstelling voor alchemie en astrologie. Newtons nagelaten persoonlijke bibliotheek bleek na inventarisatie 126 boeken over alchemie te bevatten. Sir Isaac Newton overleed op 31 maart 1727 in Londen. Hij is 84 jaar geworden.

Hermes, de god van de alchemie Hermes Trismegistus is een mythische figuur, wiens naam ‘Hermes’ de driemaal (of driewerf) ‘grootste’ betekent (grootste filosoof, priester, koning; afgeleid van Ἑρμῆς Τρισμέγιστος (Hermes Trismegistos), de Griekse naam van de Egyptische god van de wijsheid en het schrift, Toth. Trismegistus fungeerde als profeet en spiritueel leider van de hermetiek. Hij was een inspiratie voor de westerse esoterie, vooral voor de westerse alchemie en de westerse astrologie.
Het doel waar iedere alchemist naar streefde was transmutatie. In West-Europa werd transmutatie vooral vertaald in het streven naar de omzetting van lood en zink in goud. In de filosofische denkwijze is het de betekenis van ziek naar gezond, of van oud naar jong. Alchemisten hielden zich ook nog bezig met het maken van medicijnen, elixers, parfum, mineralen, metalen, enzovoorts.

Jābir ibn Hayyan ca. 721-1815. De grootste islamitische alchemist was Jabir ibn Hayyan, een discipel van imam Ja’far-Sadiq, die een directe afstammeling was van Mohammed zelf. Jābir wordt ‘de vader van de Arabische alchemie’ genoemd. Jabir stond bekend om zijn medicinale elixers, die hij maakte als hofalchemist van Haroen al-Rashid. Ook uit China haalde Jabir zijn inspiratie. Het werk van Jabir werd ongeveer vier eeuwen later de grondsteen van de westerse alchemie.

Als iemand alchemist wilde worden ging hij in de leer in één van de vele alchemiescholen. De eerste bekende alchemieschool heette Summa Perfection. Dit was een Arabische school, waar de alchemisten werkten met goud, kwik, arseen, zwavel, zouten en zuren. Hun methoden bestonden voornamelijk uit op goed geluk proberen. Ze ontdekten dingen dan ook alleen bij toeval. Door deze methoden vonden ze wel een aantal nieuwe stoffen en ontwikkelden ze veel nuttige processen.
In hofkringen bestond grote belangstelling voor het werk van de alchemisten. Immers: goud betekende geld, en geld betekende macht, onbeperkte macht. Lood was er genoeg op de wereld; als je dat allemaal kon omzetten in goud. Aan veel Koninklijke hoven waren alchemisten verbonden die dik betaald werden om hun vorst grote goudvoorraden in handen te spelen. Maar dan moest dat goud er wel komen, wilde de alchemist in de gunst blijven. Veel alchemisten vielen in ongenade en werden gevangengezet omdat zij geen lood in goud konden veranderen!

In China werd alchemie vooral geassocieerd met de zoektocht naar onsterfelijkheid. In India richtte men zich op het maken van medicijnen. Wat alle alchemisten gemeen hadden, is het zoeken naar een vorm van perfectie zowel in de vervolmaking van hun ziel, als in het ‘grote werk’…. Het Magnum Opus!
Van lieverlee gingen alchemisten over op andere middelen van bestaan, zoals bereiding van geneesmiddelen. Zij streefden naar ontwikkeling van een panacee, (denkbeeldig geneesmiddel tegen alle kwalen). Genoemd naar Panacea, een Griekse godin van de genezing.

Bronnen:
Francis Melville – Boek der alchemie
Jung’s psychologie
Inner Garden organisatie
Geïllustreerde encyclopedie in kleur
Wikibooks

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten