Sax Rohmer
Sax Rohmer werd geboren als Arthur, Henry Ward in Birmingham, in Engeland, in 1883 als zoon van een Ierse kantoorbediende. Hij overleed in 1959. Zijn moeder, Margaret Mary Furey, was een alcoholiciste en riep zichzelf toen haar verbeelding weer eens op hol sloeg, uit tot afstammelinge van Patrick Sarsfield, de befaamde 17de-eeuwse generaal ‘Sarsfield‘- dat sloeg aan bij Rohmer, en hij bediende zich van die naam van zijn acttiende jaar af.
In 1910 begon hij op aandringen van zijn vrouw, “Sax Rohmer”, te gebruiken als pseudoniem voor zijn werk, en kort daarop dook die naam ook op in zijn privé-leven. Volgens Ellerly Queen is de schuilnaam afgeleid van het Angelsaksisch voor ‘een scherp mes’ (sax) en ‘een zwerver’ voor (rohmer), wat bij elkaar gevoegd de suggestie zou kunnen wekken van een vrijbuiter en avonturier.
Rohmer was was van jongs af aan een vrijbuiter. Scholen interesseerden hem niet, en hij bezocht ze slechts sporadisch. Daarentegen ontwikkelde hij al vroeg een passie voor “Egyptologie” en “occultisme” die met het klimmen der jaren alleen maar sterker en heviger zou worden. Zelf schreef hij die bezetenheid toe aan het feit dat hij ‘meer dan één reïncarnatie aan de Nijl had doorgebracht‘. Geheel in overeenstemming met zijn levensvisie liep ieder baantje dat hij aannam uit op een jammerlijke mislukking, want vaste werktijden was wel het laatste waaraan deze vrije geest zou kunnen wennen. Hij besloot daarom schrijver te worden.
Maar ook daarmee had hij aanvankelijk weinig succes. Het regende afwijzingen, waardoor hij zich echter niet uit het veld liet slaan. De bij de geretourneerde manuscripten gevoegde “rejection slips” spaarde hij zoals anderen postzegels, en hij placht ze, kunstzinnig gerangschikt op zijn muren te plakken, bij wijze van behangpapier.
Rohmer was in die tijd niet de enige die bezeten was van de mystiek van het oude Egypte. Aan het einde van de negentiende eeuw was er een schat aan ‘geheime‘ literatuur over de rituelen en ceremoniën van de Egyptische priester- koningen en hun prinsen beschikbaar, en deze werd nieuw leven ingeblazen door conclaven en adepten, zich in Europa voornamelijk concentrerend in Londen, Parijs en Wenen. De grootste aantrekkingskracht van deze vorm van magie ware het exhibitionisme waaraan men zich vrijelijk te buiten kon gaan, zowel wat kleding als wat ceremonie betrof, de exotische en erotische rituelen en, last but not least, het wijdverbreide gebruik van drugs. Als gebruiker en kenner van allerlei Oosterse drugs zou Rohmer spoedig gelden als een autoriteit van formaat. Hij woonde verscheidene occulte happenings bij en werd lid van geheime genootschappen als de Hermetic Order of the Golden Dawn, waarvan o.a. de dichter W. B. Yeats ook deel uitmaakte.
1888 Hermetic Order of the Golden Dawn
“Maak een cirkel van een man en een vrouw, van daaruit een vierkant en van daaruit een driehoek. Trek dan een cirkel en ge zult de steen der Wijzen bezitten.”
( Michael Maïer – Atalanta Fugiens, 1617 )
De ‘Hermetic Order of the Golden Dawn’ werd opgericht in Groot-Brittannië door Vrijmetselaars en leden van de ‘Societas Rosicruciana in Anglia’. De stichters waren:
Samuel Liddell MacGregor Mathers (Deo Duce Comite Ferro – S’Rioghail Mo Dhream ) ( 1854 – 1918 ), William Robert Woodman (Vincit Omnia Veritas ) ( 1828 – 1891 ) en William Wynn Westcott ( Non Omnis Moriar – Quod Scis Nescis – Sapere Aude ) ( 1848 – 1925 ). Bron: Hermetic order of the Golden dawn (www.goldendawn.com)
Rohmer modelleerde Fu Manchu naar een schatrijke chinees die hij eens gezien had in Chinatown, in Limehouse. Hij was daar met een journalistieke opdracht op zoek naar een zekere ‘Mr. King’ van wie beweerd werd dat hij de big boss zou zijn van de criminele elementen in dit district. Of hij King ooit ontmoet heeft wordt niet vermeld, maar hij moet er hebben uitgezien zoals Christopher Lee hem altijd trachtte uit te beelden: ….een man met een zeldzame waardigheid, begiftigd met een ijskoude, meedogenloze en fanatieke sluwheid.
Rohmer’s eigen beschrijving van Fu Manchu
Stel je iemand voor, groot, slank en katachtig, hooggeschouderd, met een voorhoofd als Shakespeare en een gezicht als Satan, een bijna geheel kaal geschoren schedel en langwerpige magnetische oogen van het echte kattengroen. Geef hem al de wreede geslepenheid van een geheel Oostersch ras, samengebracht in één reusachtig intellect, al de hulpbronnen van vroegere en tegenwoordige wetenschap, al de hulpbronnen, als je wilt, van een rijke regeering—-die echter reeds ontkend heeft iets van zijn bestaan af de weten. Stel je dat verschrikkelijk wezen voor en je hebt een geestelijk portret van dr. Fu-Manchu, het gele gevaar belichaamd in één man.
Het 1ste Fu Manchu verhaal verscheen in1912 in het blad Storyteller. In 1915 verscheen de eerste Fu Manchu roman, getiteld “De Yellow Claw”, die meteen een groot succes was. De man die een van de grootste schurken van de wereldliteratuur schiep, werd zelf keer op keer het slachtoffer van schurken.
De eerste literaire agent van Rohmer lichtte hem vijftien jaar lang op met royalty-afrekeningen. Een Amerikaans lucratief lijkend filmcontract in 1955 leverde hem slechts 8.000 pond op in plaats van de 4 miljoen waarvan sprake was. Daar kwam nog bij dat Rohmer niet met geld kon omgaan. Ten tijde van het ruïneuze en stellig zijn dood verhaastende filmcontract woonde hij en zijn vrouw Elizabeth in een klein onverwarmd appartement in New York, te arm om zich in een taxi naar het gerechtsgebouw te kunnen veroorloven voor hun slopende kansloze gevecht tegen een gewetenloze advocaat.
Geldgebrek was en bleef de motor die Rohmer aanzette tot het produceren van bijdragen aan de meest uiteenlopende genres: zo leverde hij teksten en liedjes aan bekende conférenciers, schreef musicals en komedies en stelde een naslagwerk over het occulte samen: The Romance of Sorcery (1914)
Voordat Rohmer aan een roman of een verhaal begon documenteerde hij zich altijd uitvoerig en dat ze, hoe bizar de gebeurtenissen in de Fu Manchu verhalen ook mogen lijken, gebaseerd zijn op historische gebeurtenissen die in China plaatsvonden en die aan Rohmer werden toevertrouwd door een oude Limehouse-koopman.
In 1919 schreef hij een fenomenale roman over het drugsgebruik rond de eeuwwisseling: ‘Dope: A story of China Town and the Drug Traffic’. Dope beschrijft de ervaringen van een op sensatie belust meisje dat in de kringen van Londen verzeild raakt waar illegaal opium wordt geschoven. In haar relaas biedt Rohmer, die zelf veel met allerlei drugs had geëxperimenteerd, ons een onthullende kijk op het drugsgebruik.
Sax Romer is een uitermate interessante auteur die het verdient om herontdekt te worden. Zijn graf op de begraafplaats St. Mary’s Cemetery on Harrow Road Londen.
( bron: Erik Lankester 1984 )
Speciale aandacht voor Christopher Lee die wel de beste vertolking van Fu Manchu neerzette op het witte doek.
Christopher Lee heeft al meer dan 200 filmtitels op zijn naam staan. Veruit de meeste zijn horrorfilms: de Engelse acteur kroop vele malen in de huid van graaf Dracula. Onlangs speelde hij mee in Star Wars en Lord Of The Rings.
Christopher Lee werd op 27 mei 1922 in Londen geboren als Christopher Frank Carandini Lee. Samen met zijn oudere zus Xandra werd hij voornamelijk opgevoed door zijn moeder die voluit Contessa Estelle Marie Carandini di Sarzano heet. Zij is van adel en verwant aan het Italiaanse koningshuis. Zijn vader Jeffrey Lee is beroepsmilitair.
Zijn ouders gaan uit elkaar als Lee vier jaar oud is. Moeder neemt hem en zijn zus enkele jaren mee naar Zwitserland. Terug in Londen trouwt zijn moeder met Harcourt Rose, een welgestelde bankier en oom van James Bond auteur Ian Flemming.
De familie gaat wonen in Elmpark Gardens in Fullham en Lee volgt een opleiding aan het Wellington College. In 1941 meldt hij zich bij de Engelse luchtmacht waarna hij wordt ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt onderscheiden voor bewezen diensten en wil acteur worden. In die tijd wordt acteren in zijn kringen nog als ordinair beschouwd. Zijn moeder wil liever dat hij diplomaat wordt. Een gesprek met zijn neef Niccolo Carandini, die ambassadeur is in Italië, onthult dat hij zijn acteer-ambities niet van een vreemde heeft. Zijn voorouders blijken de oprichters van het eerste Australische operagezelschap. Christopher Lee treedt in hun voetsporen. Hij gaat acteren en blijkt ook goed te kunnen zingen. Vanaf 1947 volgt hij acteerlessen op de zogeheten Charm School, een onderdeel van de Rank Organisation, een Engelse entertainmentbedrijf. Maar het vinden van geschikte rollen blijkt moeilijk vanwege zijn lengte van bijna twee meter.
Frankenstein, Dracula en Fu Manchu.
Vanaf 1948 speelt hij mee in films met vaak bloederige titels. De grote doorbraak komt in 1957 als hij het monster van Frankenstein speelt in The Curse Of Frankenstein. Frankenstein zelf wordt neergezet door Peter Cushing. Met hem maakt Christopher Lee, die meer dan eens wordt gecast als graaf Dracula en later ook als Fu Manchu, in The face of Fu Manchu 1965 ontelbare horrorfilms. De bekendste titels na Frankenstein waarin ze samenspelen zijn Dracula, The Mummy, 1959 en The Hound Of The Baskervilles, 1959.
In 1961 trouwt Christopher Lee met Birgit Kroencke; samen krijgen ze een dochter Christina.
Comeback
In de jaren zeventig probeert hij het horror-image van zich af te schudden door te kiezen voor The Private Life Of Sherlock Holmes, The Three Musketeers, The Four Musketeers en de James Bondfilm The Man wit the Golden Gun. Door het succes van deze films verhuist Christopher Lee naar Hollywood, maar niet veel later keert hij gedesillusioneerd terug naar zijn vaderland.
Deze eeuw maakt Christopher Lee, inmiddels de tachtig gepasseerd, een opmerkelijke comeback in de mega-films Star Wars en Lord Of The Rings. Ook speelt hij de vader van Johnny Depp in de Roald Dahl-verfilming Charlie And The Chocolate Factory.