U herinnert zich natuurlijk nog de kroontjespen. Dat was een puntig stukje ijzer dat gespleten was. De vorm was zodanig dat er een klein beetje inkt vastgehouden werd. Dat stukje ijzer was aan de bovenkant in een soort half rondje gebogen. Daardoor paste het in een houten penhouder. Dat was een lang stuk hout, veel langer dan van een vulpen, dat rondgeslepen was en dat aan het ene eind in een punt eindigde en aan de andere kant paste daar precies de kroontjespen in. Het metaal was niet al te best en regelmatig was het puntje van de pen afgestompt en dan kon je geen dunne lijnen meer maken. Je moest dan gewoon een nieuwe kroontjespen in de houder doen. Een nieuwe kroontjespen was wat vettig, zodat de inkt er goed in bleef hangen. Dan deed je eerste een beetje spuug op de pen, waardoor het vet wat oploste. Als het stil was in de klas hoorde je de kroontjespennen over het papier krassen.