Hinkelen


Met dank aan o.a. Willeke Wouters voor het sturen van de tekst




Je tekende een hinkelbaan met 10 vakken op de grond. De nummers 1 tot en met 5 aan 1 kant en 6 tot en met 10 aan de ander kant. Je begon 1 tot en met 5 boven elkaar, 6  naast 5 en 7 tot en met 10 naar beneden. Je vroeg aan je moeder een leeg schoensmeerdoosje en vulde deze met zand. Je mocht dat doosje in nummer 1 gooien. Je moest wel zorgen dat het schoensmeerdoosje niet op een rand lag maar binnen de lijnen van dat nummer. Je moest dan op 1 been over nummer 1 heen gaan en direct op nummer 2 springen, op 1 been verder gaan naar de volgende nummers. Bij de nummers 5 en 6, die naast elkaar zaten, mocht je in elk vakje een voet tegelijkertijd hebben, als het schoensmeerdoosje daar niet lag. Nummers 7, 8, 9 en 10 moest je weer op een been doen. Dan op 1 been terug van 10 tot 7 op 1 been, 6 en 5 weer eerder 1 voet, 4, 3 en 2 op 1 been. Als je op 2 stond moest je op een been bukken om het schoensmeerdoosje uit 1 te pakken zonder te steunen op je handen.

We kennen ook andere hinkelbanen. Daarbij staat de 1 in het midden, de 2 en 3 daar naast elkaar boven, de 4 daar weer los boven in het midden, de 5 en 6 weer naast elkaar daarboven, enzovoorts. Of 1, 2, 3 boven elkaar, 4 en 5 naast elkaar daarboven, 6 los daarboven, 7 en 8 samen daarboven en 9 als laatste daarboven. Bij de dubbele nummers die naast elkaar zitten, mocht je in elk vakje een voet tegelijkertijd hebben, als het schoensmeerdoosje daar niet lag.

53
Handstand tegen de muur
176
Hoepelen

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten