Begin jaren 50 waren de eerste televisie-uitzendingen. Die waren natuurlijk nog in zwart-wit. Het beeld was heel klein en de televisie was heel diep door de grote beeldbuis. Slechts weinigen hadden in die tijd televisie. Je keek als kind je ogen uit voor zo’n wonder. Je stond te kijken in de etalage van de winkel of je stond gewoon bij mensen door de ramen te gluren om dit wonder te kunnen aanschouwen. Er was nog maar één Nederlandse zender. Er moest een antenne op het dak gezet worden. In sommige plaatsen ontstond er zo een heel oerwoud aan antennes. Als er iemand in de buurt televisie had kwam het vaak voor dat de kinderen uit de buurt samen naar de kinderprogramma’s mochten kijken. Dat begon om 5 uur. De schoentjes moesten dan uit. Als je dan langs dat huis liep op woensdagmiddag stond er een hele reeks kinderschoentjes voor de deur. Om vijf voor vijf namen de kinderen plaats op de bank, moeder sloot de gordijnen en zette de TV aan, zodat hij nog ‘warm kon lopen’. Na pakweg een minuut werd geluid hoorbaar en na nog een paar minuten begon ook het testbeeld vaag op te komen.
Herinnert u zich de poppenvoorstelling Opa Buiswater” nog? Degenen die bij de Belgische grens woonden hadden hun Nonkel Bob en Tante Rita, de Carlo en Irene van toen. En later kwam natuurlijk voor de iets oudere kinderen (en vaak keken de volwassenen mee) het programma Swiebertje. De televisie was in die tijd nog helemaal live. Swiebertje week nog wel eens van zijn tekst af en ging dan grapjes maken. Soms hoorde je de cameramannen dan lachen.
Ook keek je naar Pipo de Clown, Mik en Mak en Okkie Trooi, allemaal programmas die voortleven in het collectieve geheugen van een generatie. Of je keek naar De Verrekijker, een magazine over kinderen in verre vreemde landen. Er waren ook nog omroepsters. Eén van de bekendste was Tante Hannie. Die zwaaide altijd met twee handen als ze afscheid nam. Een berucht programma voor volwassenen was later “Zo is het toevallig ook nog eens een keer”. Dat was een satirisch programma, maar daar was Nederland nauwelijks rijp voor. Men vond dat ze zwaar over de schreef gingen toen ze aan de kaak stelden dat de mensen de televisie als een soort afgod aanbaden.
Een historische uitzending was “Open het dorp”. Dat was een live uitzending van 24 uur, waarin Mies Bouwman geld wilde inzamelen voor een dorp dat waarvan de huizen speciaal aangepast waren voor lichamelijk gehandicapten. Heel Nederland was in rep en roer. Men verzamelde geld. Kleine kinderen gaven hun spaarpot en grote bedrijven gaven enorme bedragen. Er werd een record aan geld ingezameld.
Televisie luide het einde in van veel spelletjes op de zaterdagavond. Voor de sportliefhebbers was er op zondagavond Sport in Beeld, het huidige Studio Sport. Er waren nog geen internationale uitzendingen. Om dat uit te proberen werd het Eurovisie Songfestival opgezet. Daarbij werd de verbinding opgezet tussen de verschillende televisiestudio’s. Dat was toen een technisch hoogstandje. Bij de dood van Kennedy kon men ook geen rechtstreekse verbinding opzetten met de Verenigde Staten. Er werd een band met de opname met een straaljager overgevlogen naar Nederland.
Reclame op televisie mocht niet en daarom werd er een televisiezender opgezet op een oud booreiland. Daarmee werd de Tros geboren. De zender had maar een beperkt bereik en was alleen in de Randstad te ontvangen. De zender werd snel opgerold door de regering. Veel later kwam er toch commerciële televisie via een zogenaamde U-bocht constructie. De programma’s werden in Nederland gemaakt, maar uitgezonden vanuit Luxemburg. Ongelofelijk dat dat tot op de dag van vandaag nog steeds zo gebeurt.