
Beste mensen, Ik zoek al heel lang naar een gedichtje/opzegversje, waarvan ik alleen de laatste regels nog maar weet.
Het gaat over de dagen van de week en bij elke dag wordt een bijzondere eigenschap toebedeeld aan een kind, dat geboren is op die dag. Dus een maandagskind is…. Een dinsdagskind is…. Een woensdagskind is…. enz enz
Ik weet alleen nog de laatste twee regels zijn: Een zaterdagskind slaat men om zijn schoonheid graag gade, maar een zondagskind is een kind van Gods bijzondere genade.
Ik hoop, dat iemand mij kan helpen met de hele tekst.
Ineke Oldhoff Grou
Ik ken als begin van dit rijmpje:
Een maandagskind heeft een aardig gezicht.
Een dinsdags kind is een gratieglijk wicht
Een woensdags kind moet vaak … en kniezen.
Een donderdagskind reist met grote valiezen.
Een vrijdags kind moet hard werken in het leven,
Een zaterdags kind houdt van liefdevol geven..
Maar het kind dat op zondag het leven zag is vrolijk en vriendelijk – een echte schat
Maandagskind heeft een snuitje,
maar o wat een ijdeltuitje
Dinsdagskindje danst heel net
polka wals of menuet
Woensdagkind vind steeds een traan
Immer heeft men ’t kwaad gedaan
Donderdagskind vind reizen fijn
met de boot of met de trein
Vrijdagskind deelt gulweg rond
wat het zelf ook lekker vond
Zaterdagkind wordt heel gauw groot
en wil werken voor zijn brood
Maar ’t kindje dat ’s zondags is gebracht is
Het liefste schatje dat altijd lacht