Dichter(es): | Bernard van Meurs |
Hoe mij dat duf vertrek nog heugt
waar ik als dreumes werd gestald
en zich mijn eerste levensvreugd
zes uren daaglijks zag vergald.
Wij zaten daar een vijftigtal recruten
van zes-zeven jaar op houten bankjes
laag en smal als metselstenen aan elkaar.
Wij zaten daar te koekeloeren
maar mochten er geen vin verroeren
Tenzij op hoog bevel ter snuifdoos van
de mammesel.
Etc. etc.
Wie weet de rest van het gedicht?
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
Ha, wat leuk! Ik was heel nieuwsgierig.
Hartelijk dank!
De bewaarschool
Hoe mij dat duf vertrek nog heugt
waar ik als dreumes werd gestald
en waar mijn eerste levensvreugd
zes uren daag’lijks werd vergald
Wij zaten daar, een vijftigtal
rekruten van zes, zeven jaar
op houten bankjes, laag en smal
als metselstenen naast elkaar
Wij zaten daar te koekeloeren
en mochten er geen vin verroeren
noch tong, tenzij op hoog bevel
der snuifdoos van de mamoiselle
klop klop, nu in de handjes klappen
klop klop, dan met de voetjes trappen
nu draaien met ’t hoofd in ’t rond
dan tellen, spelen, bidden, zingen
op hoge toon en uit één mond
dat horen mij en zien vergingen
och och, wat heb ik vaak gedocht
dat vaders jas mij passen mocht
Huh, ‘k zie haar nog die schoolmatres
met neepjesmuts en grijze bles
met spitse neus en ronde bril
‘k hoor uit die wagenwijde mond
als die roodkapje eens verslond
de schreeuw nog “kwajongen, stil!”
Aajj mij, ik zei geen kik noch mik
toch gaf ze mij een watjekouw
of kneep mij d’armen bont en blauw
Van elk gefluit en luid genies
van ieder propje dat precies
terecht kwam op de schijf der klok
was ik alleen de zondebok
ik wou de daders niet verklikken
maar moest voor hen de pillen slikken
Die schreeuwende onrechtvaardigheid
waarmee ik op mijn levenspad
helaas zo vroeg te worstelen had
ontsproot uit een onnozel feit.
’t Was voorjaar, alles stond in ’t groen
de meikers wou niet onderdoen
in ’t blozen van de lenteroos
de kevers gonsden door de lucht
ik schaakte ze in volle vlucht
en stopte ze in een spanen doos
die met twee venstertjes van glas
voor hen als een bewaarschool was
Die morgen, nooit was’t voorgevallen
was ik op school, ’t eerst van allen
’t bevreemde mij zowel als haar
ik zorgde dat haar oog niet viel
op wat er wriemelde in mijn kiel
en loerde en nam mijn slag goed waar
en wierp tien kevers in d’alkoof
en eens zoveel nog in haar stoof
Nauw was ’t guitenstreek bedreven
of ik voelde reeds de scherpe beten
der kevers in mijn teer geweten
‘k had al mijn knikkers willen geven
mijn vlieger, spaarpot, wat al niet
zo ’t domme ding niet was geschied
Ach, zucht op zucht van rouw en smarte
ontsnapte ’t angstig popelend harte
en toen wat later mamoiselle
met luid gegil en vlammende ogen
vanuit haar warme voetschabel
de molenaar zag opgevlogen
en zij gelijk een waterhond
haar rokken schudde en in ’t rond
als razend sprong en heel de school
het uitschaterde van pret en jool,
bekroop zo d’angst mijn arme ziel
dat ‘k bijna van mijzelve viel
Ach, ’t hart zou mij opnieuw gaan bloeden
wanneer ik ’t droef vervolg verhaalde
wie kind geweest is kan vermoeden
welk lichaamsdeel ’t gelach betaalde
ook voor de slapeloze nacht
die mamoiselle had doorgebracht
Maar ’t ergste was dat ‘k sinds die tijd
’n prooi werd voor haar wrok en nijd
maar nee, dàt was ’t ergste niet
maar wel dat ze elke zaterdag
wanneer ze mij de school uit stiet
me ’n prentje gaf van goed gedrag
en in het bijzijn van mijn moe
een kus nog op mijn wangen toe
en mij haar liefje noemde en hartje;
die valse kat, door zulk een streek,
kreeg ze me weer in d’andere week
of liever kreeg ze weer haar kwartje!
-o-o-o-o-o-o-o-
Hallo,
ik ben Anki Mol en heb het hele gedicht op de PC. Als je mij een mailtje stuurt met je e-mailadres, stuur ik het als bijlage naar je toe.
Hallo Anki Mol en/of Paul Hoppenbrouwers. Ik herinner me het gedicht nog half. Bij de gidsen heb ik het voorgedragen, in 1948 waarschijnlijk. Zou het graag weer eens helemaal willen lezen. Bij voorbaat hartelijk dank!
Ik ken ook het hele gedicht. Wie wil het hebben? Maar ik wil graag weten of ik alle coupletten heb. Ik heb het n.l. alleen maar in mijn geheugen.
Ik ken het complete gedicht van Pater Meurs “De Bewaarschool”.
Graag een afspraak met mij maken om de gegevens uit te wisselen.
Ja, ik weet de rest van dit gedicht. Volgens mij is het van pater Meurs.
Hoe kunnen we dit naar elkaar communiceren.
Ik heb het op papier geschreven. Ik ben niet zo bedreven op de computer.