de krekel en de mier

Erik Depuydt - 31-01-2020


Dichter(es): Jean de la Fontaine

Een krekel had de zomerlang
met eindeloos gezang
zijn schoonen tijd versleten.

En toen het winter was
lag er in zijn kast
geen enkel stukje t’ eten.

…….









3 reacties

  1. In het 6de leerjaar van de lagere school zongen we in 1950 in Antwerpen een liedje over de Krekel en de Mier. Ik herinner me flarden van de tekst en probeer die zo goed mogelijk te reproduceren. Je kan zelf aanvullen of verbeteren? De melodie kan ik nog perfect zingen.
    Greet Huyghe

    Op het afgemaaide land
    staat een arme muzikant,
    met een kletsnat pak
    geen graan op zak
    en zonder dak

    – O leen mij lieve buur
    een graantje uit jouw schuur,
    ‘k heb een kletsnat pak
    geen graan op zak
    ‘k ben zonder dak

    –och wat spijt,
    wat voerde je uit in de zomertijd?
    och wat spijt,
    verloren is die tijd!

    -ik trok met lichte strijkmuziek
    de zonnige, wijde wereld door

    en speelde al mijn wijsjes voor

    – och wat spijt
    en speelde je voor in de zomertijd
    vriend wat nood
    ga dansen nu voor je brood!

    Op het afgemaaide land
    gaat een arme muzikant
    met een kletsnat pak
    geen graan op zak
    en zonder dak!

  2. Dank je wel voor het opsturen van het hele gedicht. Onze schoolversie ( 6 de leerjaar was toch nog ietske anders.
    Maar misschien was dat toen aangepast aan ons dialect of ons niveau. We hadden toen ook een leraar die nogal
    dichterlijk was aangelegd en bijzonder mooi kon zingen. ( God hebbe zijn ziel ).

  3. Hallo Erik,
    De tekst die je opgeeft niet kunnen vinden.
    Wel iets dat er op lijkt, misschien heb je er iets aan.
    Het is hieronder te vinden.
    Met vriendelijke groet,
    Henk.

    De krekel en de mier (Max Nord)

    Een krekel die een zomerlang
    Had doorgebracht met zang,
    Zag toen de winter kwam
    Haar broodplank zonder boterham:
    Van vlieg of worm geen bete,
    Niets had zij meer te eten!
    De honger ging haar plagen,
    Bij buurvrouw mier liep zij te klagen,
    Vroeg haar een korrel graan
    Te leen om te bestaan
    Tot aan het nieuw seizoen.
    Mijn beesteneer, zwoer zij, ik zal het doen,
    ‘k Betaal u in de lente
    Het kapitaal terug en ook nog rente.
    Een mier leent niet zo graag:
    – Die fout zal zij niet gauw begaan –
    Wat hebt u van de zomer dan gedaan?
    Vroeg zij de hongerige maag.
    Gezongen heb ‘k voor iedereen. Ik zing!
    Gezongen? Ach! Dat is mooi, nou en of!
    Als u nu dan eens dansen ging…

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten