Grootmoe wat zult ge me geven
als ik naar school toe ga?
Ik geef je een vlieger, daar vlieg je mee kind,
ver boven de menschen in regen en wind,
Een vlieger dat is er zoo’n kostlijk gerief,
dien zal ik je geven mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik mijn communie ga doen?
Ik heb je een slot en een sleutel beloofd
dat niemand je kindervertrouwen beroofd,
want vent om je zieltje sluipt menigen dief,
dat moet je versluiten mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik eens trouwen zal gaan?
Ik geef je een gordel met zijde omwoelt,
zoo dat je de druk van den keten niet voelt,
die schakels eerst luchtig, ze worden massief,
die mag jij niet voelen mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik eens vader zal zijn?
Ik geef je een boekje waar ik alles in schreef
van dat wat je zelf in je jonkheid bedreef,
En heb je dan tegen je kleuters een grief,
lees dan in dat boekje mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik eens grootvader zal zijn?
Dan is er mijn jongen zoo moe en zoo oud
en gansch met het werkelijk leven vertrouwd
Kom dan op het kerkhof en denk aan mijn graf
aan alles wat grootmoe haar prinseke gaf.
Jan Lieuwen
Capella
Gerelateerd:
Grootmoeder Grootmoeder lief ik moet u iets vragenWant ik heb rust noch dag…
Grootmoeders gift
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik naar school toe ga?
Ik geef je een vlieger, daar vlieg je mee kind,
ver boven de menschen in regen en wind,
Een vlieger dat is er zoo’n kostlijk gerief,
dien zal ik je geven mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik mijn communie ga doen?
Ik heb je een slot en een sleutel beloofd
dat niemand je kindervertrouwen beroofd,
want vent om je zieltje sluipt menigen dief,
dat moet je versluiten mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik eens trouwen zal gaan?
Ik geef je een gordel met zijde omwoelt,
zoo dat je de druk van den keten niet voelt,
die schakels eerst luchtig, ze worden massief,
die mag jij niet voelen mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik eens vader zal zijn?
Ik geef je een boekje waar ik alles in schreef
van dat wat je zelf in je jonkheid bedreef,
En heb je dan tegen je kleuters een grief,
lees dan in dat boekje mijn prinseke lief.
Grootmoe wat zult ge me geven
als ik eens grootvader zal zijn?
Dan is er mijn jongen zoo moe en zoo oud
en gansch met het werkelijk leven vertrouwd
Kom dan op het kerkhof en denk aan mijn graf
aan alles wat grootmoe haar prinseke gaf.
Jan Lieuwen
Capella