
ik ving een heel klein vogeltje,
dat lag daar als een kogeltje van donzen veertjes op mijn hand.
waar was dat kleine vogeltje in hemelsnaam beland
het hipte op mijn pink gestrekt
toen eenmaal uitgevlogen…
Verder weet ik niet.
Wie heeft dit geschreven?
Ik ving een heel jong vogeltje
dat lag daar als een kogeltje
van donzen pluisjes in mijn hand
Waar was dat zachte propje
met pootjes en een kopje
in ’s hemelsnaam beland?
…
Daar spande ik hem open
Beduust van zoveel zonlicht
kneep het zijn beide oogjes dicht
en knipte ze weer open
Het hipte op mijn pink gestrekt
en schikte al zijn veertje recht
Toen, even ingedoken
schoot het vooruit
en fladderde en zwabberde
wat schots, wat scheef, wat schuin
en duikelde en struikelde
zo koddig door mijn tuin
dat ik lachen moest om ’t overdreven
haastig gedoe van zo’n handjevol leven
Maar wie heeft dit geschreven?
Ik herinner me dit gedichtje van de lagere school (ongeveer) als volgt:
“Ik ving een heel jong vogeltje dat lag daar als een kogeltje van donzen pluisjes in mijn hand.
Waar was dat zachte propje met pootjes en een kopje in vredesnaam beland?
Het beefde en het trilde, het schreeuwde en het wilde weg uit die donkere hand.
Daar spande ik hem open.
Beduusd van zo veel zonlicht kneep hij zijn beide oogjes dicht en knipte ze weer open.
Het hipte op mijn pink gestrekt en schikte al zijn veertje recht.
Toen, even ingedoken, schoot hij vooruit.
En fladderde en wapperde wat schots wat scheef wat schuin.
En duikelde en struikelde zo koddig door de tuin.
Dat ik lachen moest om het overdreven haastig gedoe van zo’n handje vol leven.”
Ik ben erg benieuwd wie het versje geschreven heeft.
Ik herinner me de volgende flarden:
Ik ving een heel klein vogeltje dat lag er als een kogeltje van donzen pluisjes in mijn hand.
Hoe was dat zachte propje met pootjes en een kopje
daar in hemelsnaam beland.
Het beefde en het trilde het schreeuwde en het wilde weg uit die donkere hand.
…?
…spande ik het open…
beduusd door zoveel zonnelicht kneep het zijn beide oogjes dicht
en knipperde ze weer open.
Toen ineengedoken…?
het fladderde zo koddig door de tuin
dat ik lachen moest om het overdreven
haastig gedoe van zo’n handje vol leven.
Dat gedicht heb ik op de middelbare school ook voorgedragen en ik weet de rest ook niet meer. Mocht het in je bezit komen dan ontvang ik het graag. In mijn herinnering is het zo:
ik ving een heel klein vogeltje
het lag er als een kogeltje
te beven in mijn hand
het schreeuwde en het gilde
het beefde en het wilde
weg uit die donkere hand
Verder weet ik het niet.
Vriendelijke groeten,