Zoolang de boom zal bloeien,
De leliën heerlijk staan,
Zal ik het nooit verfoeien, )
Om met een ander te gaan. ) bis
Ik was pas zestien jaren,
Ik was nog maar een kind,
Toen vroeg hij mij om te paren, )
Ik werd door hem bemind. ) bis
Het was op een zondagmorgen,
Toen kwam hij me tegemoet,
Hij deed er niet anders dan zwaaien, )
Hij zwaaide met zijn hoed. ) bis
Dus meisjes voor het laatste,
Neem hier een spiegel aan,
Ik raad u voor het beste, )
Als gij uit wandelen gaat. ) bis
Kom ik langs het kerkhof treden,
Wat vond ik hier nu staan,
Mijn hart begon te gruwelen, )
Als ik die zerk zag staan. ) bis
Hier onder ligt begraven,
Een schoone jonge vrouw,
Die scheidde van haar leven, )
Drie uurtjes na haar trouw. ) bis
Haar bruilofskleed vol prachten,
Zal gewis haar doodskleed zijn,
Ach, dood wil mij verwachten, )
Ach, help mij uit dees pijn. ) bis
Ik zal het nooit vergeten,
Al wordt ik ook honderd jaar,
Dat ik op de dag van mijn trouwen, )
Wierd man en weduwnaar. ) bis
Neeltje Kuijper
J. Schroor
Reinetta Pals
G. Schol-Bloem
Gerrit de Boer
G.C. Smit
G. Kuijper-Bonne
T. Boot-Smit
Jan Sipkes Bos 1-2-1884
Netty en Jaap Borsch
Aatje Kuijper
Tj. de Haan schrijft in “Huilen op de Kermis”
over dit lied welke als titel heeft:
Zolang de roosjes boeien
Zolang de roosjes bloeien, En de lelies heerlijk staan,
Zal ik mij nooit bemoeien, En met een ander gaan.
Een ruiter met zijn paardje, Reed door het donk’re woud,
Hij zwaaide met zijn hoedje, Was achttien jaartjes oud.
Ik was nog jong van jaren, Ik was nog maar een kind,
Hij vroeg mij om te paren, Ik werd door hem bemind.
Hij vroeg mij om te rijden, Al achter op zijn paard,
Ik wil met u wel rijden, ’t Is mij een ritje waard.
Maar dra was ik bedrogen, En zat ik droevig neer,
Hij is ten strijd getogen, Ik zag hem nimmer meer.
Nu heb ik hem verloren, Och, had ik hem voorwaar,
De trouw maar nooit gezworen, was ik niet in gevaar.
Dus meisjes, nu voor ’t leste, Neemt hier een spiegel aan,
Laat raden u ten beste, Wilt gij uit rijden gaan.
Volgens Leo Riemers (Elseviers Groot Operaboek) is het
oorspronkelijk een aria uit de opera The Bride of Venice.
bovenstaande tekst gaat uit van nr 54 van P. Groen.
L. De Schone Bloem of De Schone Bruid. Jan Bakker, de speelman uit Midsland riep altijd: Schrikkeldans dames! Pak aan die heren! Ook komt dit lied voor onder de naam: Een bloem in het graf. en Wouters z.j. blz 104 Tj.de Haan schrijft in “Huilen op de Kermis” over dit lied welke als titel heeft: Zolang de roosjes bloeien.: volgens Leo Riemers (Elseviers Groot Operaboek)is het oorspronkelijk een aria uit de opera The Bride of Venice. Wouters en Moorman pg.20 en 37 Wouters pg.102 Driemaand. bladen dl.11.pg.12 Zo zijn er ook twee Afrikaanse versies uit Transvaal De Wet Bloemfontein en Du Plessis, gezongen door Kaapse Maleiers pg.53, blaadjes van Vislaake verz. Door Groen nr 54. Zie ook het Antwerper liedboek dl.85 en in Wie zingt er mee pg.103. Mijn hartje begon te gruwelen komen we elders steeds tegen als graveelen, wat betekend, pijn doen. J.W. Kikkert Texel zingt pg.98 Zie ook onder de Groene Linde dl.3.pg.162: met enkel het eerste couplet gelijk, met verwijzing naar Groen nr.54 en Wouters z.j.p.104.waarbij een ruiter het meisje vraagt mee te rijden, door hem bemind en later bedrogen achterblijft en dat lied besluit met: Neemt hier een voorbeeld aan, Een heel ander verloop dat in ons lied waar het meisje huwd maar helaas drie uurtjes na haar trouw komt te sterven. Het oudste schrift waar dit lied in voorkomt was van Jan Sipkes Bos 1 febr, 1884 met als titel: De Schoone Bruid of Een Bloem in het graf.
Voor de melodie zie mijn website janvanderzeeterschelling.nl
De Schoone bloem of de Schoone Bruid
Zoolang de boom zal bloeien,
De leliën heerlijk staan,
Zal ik het nooit verfoeien, )
Om met een ander te gaan. ) bis
Ik was pas zestien jaren,
Ik was nog maar een kind,
Toen vroeg hij mij om te paren, )
Ik werd door hem bemind. ) bis
Het was op een zondagmorgen,
Toen kwam hij me tegemoet,
Hij deed er niet anders dan zwaaien, )
Hij zwaaide met zijn hoed. ) bis
Dus meisjes voor het laatste,
Neem hier een spiegel aan,
Ik raad u voor het beste, )
Als gij uit wandelen gaat. ) bis
Kom ik langs het kerkhof treden,
Wat vond ik hier nu staan,
Mijn hart begon te gruwelen, )
Als ik die zerk zag staan. ) bis
Hier onder ligt begraven,
Een schoone jonge vrouw,
Die scheidde van haar leven, )
Drie uurtjes na haar trouw. ) bis
Haar bruilofskleed vol prachten,
Zal gewis haar doodskleed zijn,
Ach, dood wil mij verwachten, )
Ach, help mij uit dees pijn. ) bis
Ik zal het nooit vergeten,
Al wordt ik ook honderd jaar,
Dat ik op de dag van mijn trouwen, )
Wierd man en weduwnaar. ) bis
Neeltje Kuijper
J. Schroor
Reinetta Pals
G. Schol-Bloem
Gerrit de Boer
G.C. Smit
G. Kuijper-Bonne
T. Boot-Smit
Jan Sipkes Bos 1-2-1884
Netty en Jaap Borsch
Aatje Kuijper
Plaat Ruitervereniging
zie Groene Linde: Groen blz. 54
Wouters z.j. blz 104
Tj. de Haan schrijft in “Huilen op de Kermis”
over dit lied welke als titel heeft:
Zolang de roosjes boeien
Zolang de roosjes bloeien, En de lelies heerlijk staan,
Zal ik mij nooit bemoeien, En met een ander gaan.
Een ruiter met zijn paardje, Reed door het donk’re woud,
Hij zwaaide met zijn hoedje, Was achttien jaartjes oud.
Ik was nog jong van jaren, Ik was nog maar een kind,
Hij vroeg mij om te paren, Ik werd door hem bemind.
Hij vroeg mij om te rijden, Al achter op zijn paard,
Ik wil met u wel rijden, ’t Is mij een ritje waard.
Maar dra was ik bedrogen, En zat ik droevig neer,
Hij is ten strijd getogen, Ik zag hem nimmer meer.
Nu heb ik hem verloren, Och, had ik hem voorwaar,
De trouw maar nooit gezworen, was ik niet in gevaar.
Dus meisjes, nu voor ’t leste, Neemt hier een spiegel aan,
Laat raden u ten beste, Wilt gij uit rijden gaan.
Volgens Leo Riemers (Elseviers Groot Operaboek) is het
oorspronkelijk een aria uit de opera The Bride of Venice.
bovenstaande tekst gaat uit van nr 54 van P. Groen.
L. De Schone Bloem of De Schone Bruid. Jan Bakker, de speelman uit Midsland riep altijd: Schrikkeldans dames! Pak aan die heren! Ook komt dit lied voor onder de naam: Een bloem in het graf. en Wouters z.j. blz 104 Tj.de Haan schrijft in “Huilen op de Kermis” over dit lied welke als titel heeft: Zolang de roosjes bloeien.: volgens Leo Riemers (Elseviers Groot Operaboek)is het oorspronkelijk een aria uit de opera The Bride of Venice. Wouters en Moorman pg.20 en 37 Wouters pg.102 Driemaand. bladen dl.11.pg.12 Zo zijn er ook twee Afrikaanse versies uit Transvaal De Wet Bloemfontein en Du Plessis, gezongen door Kaapse Maleiers pg.53, blaadjes van Vislaake verz. Door Groen nr 54. Zie ook het Antwerper liedboek dl.85 en in Wie zingt er mee pg.103. Mijn hartje begon te gruwelen komen we elders steeds tegen als graveelen, wat betekend, pijn doen. J.W. Kikkert Texel zingt pg.98 Zie ook onder de Groene Linde dl.3.pg.162: met enkel het eerste couplet gelijk, met verwijzing naar Groen nr.54 en Wouters z.j.p.104.waarbij een ruiter het meisje vraagt mee te rijden, door hem bemind en later bedrogen achterblijft en dat lied besluit met: Neemt hier een voorbeeld aan, Een heel ander verloop dat in ons lied waar het meisje huwd maar helaas drie uurtjes na haar trouw komt te sterven. Het oudste schrift waar dit lied in voorkomt was van Jan Sipkes Bos 1 febr, 1884 met als titel: De Schoone Bruid of Een Bloem in het graf.
Voor de melodie zie mijn website janvanderzeeterschelling.nl
Hallo Herman
Op deze site vind je de tekst en het notenschrift en nog meer liedjes.
https://www.volksliedarchief.nl/van%20zingen%20en%20speule/de%20trouwdag.htm
Met een vriendelijke groet,
Henk.