Beste Hanneke,
dank je wel voor de tekst. In 1969 heb ik dit gezongen bij een revuegezelschap en in oktober is er een reunie… en dan zing ik het nog een keer.
Mijn e-mailadres stuurt SeniorPlaza in de e-mail. Misschien hebben we nog meer uit te wisselen uit die tijd.
D A
Laats liep ik te wandelen in dat donker Afrika
D
Opeens gaf ik een gil en riep huilend om mijn ma
G
Ik werd gepakt door een kille hand van een kannibaal
D A
En deze vreemde snoeshaan zong luid lachend in zijn taal
D A
Een snufje zout, wat peper en twee uitjes
D
Een blaadje sla en wat kaneel erbij
D7 G
Wij horen nog die kannibalen zingen
D A D
Hoe lekker kunnen koken wij
Een menseneter nam ons zonder moeite met zich mee
Want kerels als wij waren, wij volgden hem gedwee
We werden naar een hut gebracht bij de hoofdman van de stam
Die zat alleen te zingen op de maat van zijn tamtam
Een snufje zout, wat peper en twee uitjes
Een blaadje sla en wat kaneel erbij
Wij horen nog die kannibalen zingen
Hoe lekker kunnen komen wij
Het dorpje was in rep en roer, de lunch werd klaargemaakt
Een peuter wees die aan, ’t zal mij benieuwen hoe die smaakt
’n kok bracht een ketel och u weet wel hoe dat gaat
een kok met brede lippen sloeg met vork en mes de maat
Een snufje zout, wat peper en twee uitjes
Een blaadje sla en wat kaneel erbij
Wij horen nog die kannibalen zingen
Hoe lekker kunnen komen wij
De vreugde werd verstoord door de dorpstovenaar
Men raakte in paniek en riep brullend door elkaar
Maar ook de wijze man die wees naar ons met een bibberende hand
En sprak, hier zingt dat trio uit dat koude kikkerland
Geen snufje zou, geen peper en geen uitjes
Geen blaadje sla en geen kaneel erbij
Maar u hoort wel het trio zingen,
Hoe lekker fantaseren kunnen wij
Beste Hanneke,
dank je wel voor de tekst. In 1969 heb ik dit gezongen bij een revuegezelschap en in oktober is er een reunie… en dan zing ik het nog een keer.
Mijn e-mailadres stuurt SeniorPlaza in de e-mail. Misschien hebben we nog meer uit te wisselen uit die tijd.
Jeep – Snufje zout – Cocktail Trio
D A
Laats liep ik te wandelen in dat donker Afrika
D
Opeens gaf ik een gil en riep huilend om mijn ma
G
Ik werd gepakt door een kille hand van een kannibaal
D A
En deze vreemde snoeshaan zong luid lachend in zijn taal
D A
Een snufje zout, wat peper en twee uitjes
D
Een blaadje sla en wat kaneel erbij
D7 G
Wij horen nog die kannibalen zingen
D A D
Hoe lekker kunnen koken wij
Een menseneter nam ons zonder moeite met zich mee
Want kerels als wij waren, wij volgden hem gedwee
We werden naar een hut gebracht bij de hoofdman van de stam
Die zat alleen te zingen op de maat van zijn tamtam
Een snufje zout, wat peper en twee uitjes
Een blaadje sla en wat kaneel erbij
Wij horen nog die kannibalen zingen
Hoe lekker kunnen komen wij
Het dorpje was in rep en roer, de lunch werd klaargemaakt
Een peuter wees die aan, ’t zal mij benieuwen hoe die smaakt
’n kok bracht een ketel och u weet wel hoe dat gaat
een kok met brede lippen sloeg met vork en mes de maat
Een snufje zout, wat peper en twee uitjes
Een blaadje sla en wat kaneel erbij
Wij horen nog die kannibalen zingen
Hoe lekker kunnen komen wij
De vreugde werd verstoord door de dorpstovenaar
Men raakte in paniek en riep brullend door elkaar
Maar ook de wijze man die wees naar ons met een bibberende hand
En sprak, hier zingt dat trio uit dat koude kikkerland
Geen snufje zou, geen peper en geen uitjes
Geen blaadje sla en geen kaneel erbij
Maar u hoort wel het trio zingen,
Hoe lekker fantaseren kunnen wij