
Dichter(es): | Het is een vrouw, ik ken haar naam niet meer |
Eerst spreekt ze over het lievelingsgetal van haar dochter en dat van haar zoon (dat is honderd) en dan heeft ze het over haar eigen lievelingsgetal dat eerst acht was (denk ik..)
maar “nu een vijf is”, en ze eindigt met de beschrijving van die 5:
“dat hoekige én dat ronde samen”