
Type: | versje |
Ik herinner me nog een gedeelte van een vers/voordracht uit een oud Winterboek.
De eerste regels heb ik nog maar ben nu op zoek naar het gehele vers / gedicht. Het begint als volgt:
Donker was het, de maan scheen helder,
…, de weg was breed.
Toen een auto snel, steeds sneller, langzaam om de hoek heen reed.
In de auto stonden zittend op een stenen bank van hout,
10, 12 mannen, ieder ruim 6 weken oud.
Toen de auto rijdend stilstond, achter voor een groot café,
stapten allen uit. De hond bleef zitten, mocht natuurlijk mee…
Ik hoop dat iemand mij kan helpen om de volledige tekst weer bij elkaar te krijgen.
Alvast bedankt iedereen!
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Ja, ik ken dit versje ook en ben ook de rest van het versje kwijt.