’t Is Kerstnacht moeder en ik moet u schrijven,
al zijn mijn vingers paars en krom van kou.
Ik kan geen Kerstmis vieren zonder jou…
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
deze oproep is beantwoord. Ik heb het versje ontvangen waarvoor mijn beste dank.
Simonne
Ik heb dit gedicht in een schrift staan van de tijd op de MULO 1952-1957. Vond dat een hartverscheurend gedicht. Er staat niet bij wie de dichter is.
’t Is kerstnacht, Moeder, en ik moet u schrijven,
al zijn mijn vingers paars en krom van kou,
al kan ik haast niet bij mijn woorden blijven,
ik kán geen kerstfeest vieren zonder jou.
Want hier zijn niets dan kogels en granaten
en staal en ijzer, vuur en slechte praat.
Ik mag vannacht de stelling niet verlaten,
ik vier hier kerstfeest bij wat rum en haat.
Ik mag niet denken, Moeder, o, niet vragen
of deze oorlog wel rechtvaardig is.
Als ik hier rondzie moet ik Jezus vragen
of deze wereld Hem nog waardig is.
Ik hoor van verre klokken, klokken zingen
en achter in mijn hersens welt ’t oude lied:
“Adeste… komt tot mij, gij bange stervelingen,
die leven in mijn hart, die sterven niet”.
Die sterven niet, o Moeder? Vele duizendtallen
zie ik hier vallen in een moordend vuur.
M’n kameraad hier naast me zit te lallen;
hij viert met pret en rum zijn laatste uur.
Ik heb u nog zoveel, zovéél te schrijven,
maar ach, de tijd is om… Ik maak ’t goed…
Ik doe de groeten aan die bij u blijven.
’n Zalig Kerstfeest, Moedertje… gegroet!
Spijtig. Het gedicht werd aangeleerd in Tielt Br. in de lagere school.