
Ze zitten tot de knieën in het water,
ze weten van geen dag meer in het donker kot.
Ze weten van geen vroeger en geen later,
ze zitten voor de pret niet onder ’t schot.
Maar ’s avonds zal dit alles zijn vergeten,
Dan zijn ze vrij, de Spanjaard zal het weten.
Dan waait de prinsenvaandel van het slot.
Er moeten nog minstens een paar regels zijn, maar die ken ik niet. En de volgorde is me niet helemaal helder. Kan iemand mij helpen?