Gebak

Gebak
Benodigdheden:
500 gr gedroogde abrikozen (zonder pit)
75 gr fijne suiker
250 gram abrikozenjam
150 ml melk
30 gr aardappelzetmeel
3 gr zout
300 gr bloem + wat extra om te bestuiven
1 zakje gedroogde gist
45 gr (zachte) boter
1 el grove suiker
Bereidingstijd:
45 minuten
Wachttijd:
1 uur rijzen
Oventijd:
30 minuten
Recept Limburgse abrikozenvlaai
Haal de boter uit de koelkast om zacht te laten worden. Ontpit de abrikozen, indien nodig.
Wel de abrikozen in warm water. Giet het water af en doe ze in een pan samen met 50 gram fijne suiker en zet alles net onder water. Breng aan de kook en laat 10 minuten zachtjes koken. Giet ze af in een zeef en vang het vocht op.
Breng het vocht met de abrikozenjam aan de kook. Meng het aardappelzetmeel met twee eetlepels koud water. Roer dit door de jam, laat even koken en meng de abrikozen erdoor. Breng het geheel weer aan de kook en laat het daarna in een kom afkoelen.
Verwarm de melk in een pan tot lauwwarm. Meng de bloem, met gist, 25 gram fijne suiker, 3 gram zout, de melk en de zachte boter. Maak er met een mixer met deeghaken in 5 minuten een soepel deeg van. Leg in een kom en bedek met vershoudfolie. Laat het deeg 1 uur rijzen op kamertemperatuur.
Verwarm de oven voor op 180 graden C. Bestuif uw werkblad met bloem, om plakken tegen te gaan. Rol twee derde van het deeg hierop uit tot een cirkel van 30 cm. Bekleed de vorm van 28 cm met het deeg. Schep de vlaaivulling erop. Rol de rest van het deeg uit en snijd er dunne reepjes van. Maak een raster van de deegreepjes over de vlaai. Bestrijk het deeg met een beetje water en bestrooi met de grove suiker.
Bak de vlaai in zo’n 30 minuten in het midden van de oven goudbruin. Laat de vlaai goed afkoelen, voor u deze aansnijdt.
Over Limburgse vlaai
Limburg staat bekend om de vlaai. Een vlaai heeft een stevige bodem van gistdeeg (in tegenstelling tot veel andere taarten), waardoor deze gemakkelijk uit de hand te eten is. Dat doen de Limburgers dan ook en ze snijden grote stukken. Vlaai staat voor gastvrijheid. Veel vlaaien hebben een vulling van fruit, zoals abrikozen, pruimen, kersen, appels en kruisbessen. Het fruit is dan in de vlaai meegebakken. Maar er bestaan nog meer soorten vlaaien, zoals die met een rijstvulling of puddingvulling. Sommige vlaaien hebben geen raster van deeg bovenop, maar een kruimellaagje: dat zijn de kruimelvlaaien.