Ingrediënten (6 stuks):

6 plakjes bladerdeeg
1 grote friszoete appel (Jonagold, Elstar, etc.)
2 el kristalsuiker
2 el grove kaneelsuiker
1 tl kaneelpoeder
1 losgeklopt ei

Bereidingstijd:

25-30 minuten

Wilt u tijdens de feestdagen uw gasten eens verrassen met een oudhollandse klassieker? Maak dan eens zelf appelflappen! Of u het nu als dessert serveert met een bol ijs erbij of als lekkernij bij de koffie, deze heerlijke geurende, zoetfrisse lekkernij doet het namelijk altijd goed. Hoe u appelflappen maakt? Het kan op allerlei manieren, we hebben hier een suggestie voor u!

Bereiding
1. Verwarm de oven voor op 200 °C (boven- en onderwarmte). Haal de bakplaat uit de oven en bedek deze met bakpapier.
2. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd in kleine blokjes. Doe de stukjes appel vervolgens in een kom en voeg de suiker, de helft van de kaneelsuiker en het kaneelpoeder toe. Hussel dit goed door elkaar.
3. Verwijder het plastic van de plakjes bladerdeeg en verspreid de plakjes over de met bakpapier bedekte bakplaat.
4. Verdeel de appel-kaneelvulling over de plakjes bladerdeeg, hou de randen vrij van de vulling. Vouw de flappen diagonaal dubbel en druk de randen met een vork goed dicht. Smeer de appelflappen in met het losgeklopte ei en strooi er kaneelsuiker overheen.
5. Bak ongeveer 15-18 minuten af in de oven op 200 °C. Laat ze een paar minuten afkoelen en smullen maar!

Tip 1: Geen kaneelsuiker in huis? Meng dan 2 el kristalsuiker met 1 tl kaneelpoeder.
Tip 2: Geen ei in huis om de appelflappen mee te bestrijken? Gebruik dan een beetje (koffie)melk!
Tip 3: Maak de randjes van het bladerdeeg bij het dichtvouwen een beetje vochtig. Zo zullen ze tijdens het bakken beter gesloten blijven.
Tip 4: De appelflappen zijn vers het lekkerst. Wilt u ze later eten? Bak ze dan nog zo’n 3-4 minuten af in de oven. Dan zijn ze weer lekker knapperig.