Gebak

Benodigdheden (12 stuks):

400 gr bloem

1 tl zout

7 gr gedroogde gist

240 ml melk

60 gr boter

1 ei

15 gr suiker

500 gr donkerbruine basterdsuiker

1 el kaneelpoeder

Bereidingstijd:
20 minuten

Wachttijd:
1 uur en 15 minuten rijzen

Recept kniepertjes

Zorg dat de boter en het ei op kamertemperatuur zijn. Verwarm de melk tot lauwwarm.

Meng de bloem, het zout, de gist, de boter, het ei en de suiker in een kom en roer de melk erdoor. Kneed tot een mooi deeg en laat 10 minuten rusten.

Verdeel het deeg in 12 bolletjes van ongeveer 45 gram. Laat de bolletjes 5 minuten rijzen.

Meng de basterdsuiker met de kaneel.

Maak van de bolletjes deeg in verschillende stappen slierten van zo’n 35 cm lang. Rol deze strengen tussen de stappen door elke keer door het suikermengsel.

Druk een uiteinde van een sliert op het aanrechtblad en houd dat vast. Draai de sliert tot een losse spiraal en maak het uiteinde van de bolus in de onderkant vast. Doe dit met alle strengen.

Haal de bolussen nogmaals door het suikermengsel en leg ze op een met bakpapier bekleedde bakplaat.

Laat 60 minuten rijzen.

Warm de oven voor op 240ºC en bak de bollussen 6 tot 8 minuten.

Haal ze na het bakken van de bakplaat en leg ze omgekeerd neer om af te koelen.

Besmeer bij het serveren de platte kant met boter indien gewenst.

Kniepertjes hebben in verschillende streken verschillende benamingen. In Drenthe zijn het ‘knieperties’ of ‘iezerkoekies’; in Groningen ‘kniepertjes’ of ‘kniepkoukies’, in de Achterhoek heten ze ‘kniepertjes’ of ‘knieperkes’. Ook Twente en Salland zijn kniepertjes een traditie. Ook in andere landen komen dergelijke koekjes voor, zoals de ‘krumkakke’ uit Noorwegen, ‘bricelets’ uit Zwitserland en ‘Hippe’ of ‘Eisenkuchen’ in Duitsland.

Voor het bakken van kniepertjes heeft u een wafelijzer nodig. Vroeger waren die van smeedijzer, tegenwoordig kunt u een elektrische versie kopen. Veel oudere wafelijzers zijn mooi versierd en geven een mooie afdruk op het koekje.